Skn: 7.4 22 - 26 juni

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Scheikunde

met Mevr. Platenburg

Wat gaan we doen?

Deze les

• Oefenvragen H7
• Uitleg weektaak
       
• Zijn er vragen?
  
• Stof herhalen voor wie wil

-

Hoe heet de binding tussen de deeltjes in een zout?

1. Zoutbinding
2. Vanderwaalsbinding
3. Atoombinding
4. Ionbinding

De structuur van boorcarbide staat hiernaast op ee foto. Welk type binding zit erin boorcarbide.

1. ionbinding
2. covalentebinding
3. polaireatoombinding
4. metaalbinding

Welke lost op in water

1. Butaan lost op in water
2. Azijnzuur lost op in water
3. Beiden lossen niet op in water
4. Beiden lossen wel op in water.

Tussen de PER moleculen in de vloeistof zijn ook bindingen aanwezig.
Dit zijn...

1. Atoombindingen
2. Waterstofbruggen
3. Ionbindingen
4. Vanderwaalsbindingen

Welk figuur is juist

1. Figuur 1
2. Figuur 2
3. Geen idee
4. Beiden onjuist

Stof A: C₁₂H₂₂O₄ (l)

Stof B: Ni (s)

Wat is waar?

1. Stof A geleidt stroom, stof B niet
2. Stof A en B geleiden stroom
3. Stof A en B geleiden geen stroom
4. Stof A geleidt geen stroom, stof B wel

Welk metaal is harder en waarom?

1. Metaal A
2. Metaal B
3. Allebei even hard

Weektaak

-Volg de online les. Hierin gaan we paragraaf 1 t/m 4 herhalen en oefenen

-Bestudeer de paragrafen nogmaals. Stel vragen als het onduidelijk is.

-Maak de opdrachten van de afsluiting die voor jou nuttig zijn, maar maak in ieder geval: 5, 6, 7, 10

-Kijk je gemaakte werk na

Vragen?

Zouten

Metaalrooster

• Een metaalrooster ontstaat doordat de metaalatomen elektronen loslaten, waardoor ze veranderen in positieve ionen. 
  
  
• De vrije elektronen bewegen langs de positieve ionen, waardoor er een aantrekkingskracht ontstaat tussen de positieve en negatieve geladen deeltjes.
  
  
• Daardoor zit een metaalrooster stevig in elkaar.
  

Zuurstof

Zuurstof wil graag 2 electronen

Covalentie = 2

Molecuulformule = O2             Structuurformule = O=O

O + O

O2

Covalente binding

Bij een covalente binding delen beide atomen 1 of meerdere elekrtonen

Waterstofbruggen

• OH en NH groepen kunnen waterstofbruggen (H-brug) vormen.
• H-brug is sterker dan Vanderwaalsbinding, maar minder sterk dan atoombinding.

Waterstofbruggen

• Tussen O (of N) en H wordt een brug gevormd. 

           N - H   of   O - H

• Weergegeven als stippellijntje. 

Hydrofiel en hydrofoob

Hydrofiel: moleculen die van water houden

Hydrofoob: moleculen die bang zijn van water 

Hydrofiel: molecuul heeft minstens 1 OH- of NH- groepen (vormen waterstofbruggen met H₂O)

Hydrofoob: molecuul heeft geen OH- of NH- groepen 

(vormen geen waterstofbruggen met H₂O)

Soort zoekt soort! 

Werking

Hydrofiele kop

= houden van water

in een molecuul --> O- en NH-groepen

Hydrofobe staart

= bang van water

in een molecuul --> CH-groepen

Soort zoekt soort!

--> hydrofiele kop bij hydrofiel water

--> hydrofobe staart bij hydrofoob vet

(= 'micel')