14.1 Bouw, Vorm, Functie

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + Binas pakken
Ga in deze Lesson-Up
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + Binas pakken
Ga in deze Lesson-Up

Slide 1 - Tekstslide

14.1 Doelen
  • Je kent de celorganellen van de plant en hun functie
  • Ik kan met behulp van osmose uitleggen hoe (delen van) planten aan hun stevigheid komen, hoe worteldruk ontstaat en hoe plantencellen groeien na deling.

herhaling transport, dissimilatie


Slide 2 - Tekstslide

Schrijf achter de organellen kern, vacuole, bladgroenkorrel, celwand, celmembraan de functie in een paar woorden.

Slide 3 - Open vraag

Voortplanting
Bloem
Stengel
Wortel
Water en mineralen opnemen
Glucose maken
Blad
Stoffen vervoeren en stevigheid geven

Slide 4 - Sleepvraag

Osmose: (A) beweegt altijd naar de plek met de (B) opgeloste stoffen.

A
A:water B: meest
B
A:water B:minste
C
A:opgeloste stoffen B:meeste
D
A:opgeloste stoffen B:minste

Slide 5 - Quizvraag

de concentratie opgeloste stoffen in de cel is ..... dan daarbuiten. (de cel is gekrompen)
A
lager
B
even hoog
C
hoger

Slide 6 - Quizvraag

Planten
Celwand is doorlaatbaar voor water én opgeloste stoffen

Bij celmembraan kan water naar binnen of naar buiten

Opgeloste stof trekt water aan


turgor
plasmolyse
grens
plasmolyse

Slide 7 - Tekstslide

Planten (herhaling 1.6)
Turgor: celmembraan drukt tegen de celwand. De cel is stevig en rekt iets uit

Plasmolyse: De celmembraan laat los van de celwand
turgor
plasmolyse
grens
plasmolyse

Slide 8 - Tekstslide

Als je sla in een bak water legt wordt het steviger, in dressing juist slapper. Leg uit hoe dit komt.

Slide 9 - Open vraag

Nynke maakt zoutoplossingen met oplopende concentraties. Ze weet niet meer of ze dit van links naar rechts of andersom had gedaan. Ze stopt frietjes van gelijke lengte in de bekers. De frietjes in de linker beker zijn het langst. Was hier de zoutconcentratie hoog of laag?
A
laag
B
hetzelfde
C
hoog
D
is niet te bepalen

Slide 10 - Quizvraag

Toepassen Osmose
stevigheid (alle plantencellen en weefsels)
wateropname (worteldruk)
celstrekking

Slide 11 - Tekstslide

Wortelharen om water op te nemen

Slide 12 - Tekstslide

Zonder wortelharen kan dat dus niet erg goed.
Maar met wortelharen gaat dat veel beter!
wortel zonder wortelharen ________
______________wortel met                                   wortelharen

Slide 13 - Tekstslide

Welke factor van de wet van Fick zorgt voor een snelle opname van water bij wortels?

Slide 14 - Open vraag

Wortelharen nemen mineralen (zouten) uit de bodem op in de cel. De concentratie in de cel is hoger dan in de bodem. Dit is een voorbeeld van
A
diffusie
B
osmose
C
actief transport
D
passief transport

Slide 15 - Quizvraag

Actief transport kost ATP. Door welk proces komt een organisme aan ATP? Welk organel is hiervoor verantwoordelijk? Schrijf de reactievergelijking op.

Slide 16 - Open vraag

worteldruk
Wortelharen nemen zouten op
door osmose volgt water

Opnemen van zouten kost ATP
voor vorming ATP (aerobe dissimilatie) is zuurstof nodig

Slide 17 - Tekstslide

Tilly geeft haar plant extra water. Zoveel dat er door het water geen lucht met zuurstof meer in de bodem komt. Leg uit hoe door het te veel water geven de plant juist verder verdroogt.

Slide 18 - Open vraag

Toepassen Osmose
stevigheid (alle plantencellen en weefsels)
wateropname (worteldruk)
celstrekking

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

de celdeling waardoor wortels groeien heet
A
mitose
B
meiose
C
zou beide kunnen

Slide 21 - Quizvraag

Heeft de vacuole tijdens de celstrekking een hogere of lagere concentratie opgeloste stoffen dan buiten de cel?
A
lager
B
kun je niet weten
C
hoger

Slide 22 - Quizvraag

Blad

Stengel
Wortel
Verdamping
Opname 
water
Transport 
water

Slide 23 - Sleepvraag

Drie transportprocessen door het celmembraan zijn.
1. Actief ionentransport
2. Actieve opname van organische moleculen
3. Osmose

Welke twee transportprocessen vinden achtereenvolgens plaats bij celstrekking?
A
Eerst 1 dan 2
B
Eerst 1 dan 3
C
Eerst 2 dan 3
D
Eerst 3 dan 1

Slide 24 - Quizvraag

huiswerk


basiskennisvragen 1 t/m 10 van 14.1

Slide 25 - Tekstslide