Samengestelde zinnen + werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde

   Grammatica (cursus 5)            Welkom
Op je tafel:
Laptop (dicht)

schrift/
lesboek/pen 



Zinsdelen... geen woordsoorten
timer
2:30
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

   Grammatica (cursus 5)            Welkom
Op je tafel:
Laptop (dicht)

schrift/
lesboek/pen 



Zinsdelen... geen woordsoorten
timer
2:30

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Vandaag
Grammatica/ zinsontleding


Toets Meer dan Lezen 
bespreken!

Slide 3 - Tekstslide

UITLEG TH
Cursus 5 
$ 4 Grammatica/ zinsdelen

Samengestelde zinnen


Slide 4 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
In een zin kunnen enkelvoudige en samengestelde zinnen staan. Een enkelvoudige zin heeft een persoonsvorm een samengestelde zin heeft twee persoonsvormen.
Als je twee enkelvoudige zinnen aan elkaar plakt, heb je een samengestelde zin.

Slide 5 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Ik fiets naar school. Ik fluit een liedje (losse zinnen).
Ik fiets naar school, terwijl ik een liedje fluit (samengestelde zin).

terwijl: voegwoord

Slide 6 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
In een samengestelde zin staat ook een voegwoord: een woord waarmee je de zinnen aan elkaar plakt. Voegwoorden zijn bijvoorbeeld: en, terwijl, omdat, zodat, nadat, als, toen, want, maar, of, dus.

Slide 7 - Tekstslide

Zelfstandig werken
*Grammatica (cursus 5)
th: $2 Herhaling leerjaar 1, opdracht 1 t/m 8 (online)
$4 Samengestelde zinnen, blz. 204 (1 t/m 4)

timer
25:00

Slide 8 - Tekstslide

UITLEG HA+A
Werkwoordelijk
of
Naamwoordelijk
gezegde
???

Slide 9 - Tekstslide

Naamwoordelijk/ Werkwoordelijk gezegde

Je weet wat het naamwoordelijk gezegde en het werkwoordelijk gezegde inhouden en je kunt het naamwoordelijk gezegde benoemen in een zin.

Slide 10 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde

Het naamwoordelijk gezegde zegt wat iemand of iets (het onderwerp) IS (of wordt of blijft, blijkt, lijkt, schijnt, heet).

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit werkwoorden, alle werkwoorden in de zin. 
Het onderwerp in de zin heeft iets gedaan (doen, actie).

Slide 13 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk deel (ww.deel) van het naamwoordelijk gezegde bevat altijd een koppelwerkwoord (zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen). Het naamwoordelijk deel (nw.deel) bevat een zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord. Het geeft een kenmerk of eigenschap van iemand of iets aan.

Slide 14 - Tekstslide

Zelfstandig werken
*Grammatica (cursus 5)
th: $2 Herhaling leerjaar 1, opdracht 1 t/m 8 (online)
$4 Samengestelde zinnen, blz. 204 (1 t/m 4)
ha: $5 Werkwoordelijk of Naamwoordelijk gezegde, blz. 214 (1 t/m 5)
 a: $5 Wederkerig en wederkerend voornaamwoord (1 t/m 5)
Klaar? $9 Samengestelde zin
timer
25:00

Slide 15 - Tekstslide