H6 Taalverzorging - vaste voorzetsels bij werkwoorden
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Voorbeelden van voorzetsels:
Slide 6 - Open vraag
Sommige werkwoorden hebben een vast voorzetsel. Vul aan: geloven.... , twijfelen...., vertrouwen.....
Slide 7 - Open vraag
Kun je zelf een werkwoord bedenken
waar een vast voorzetsel bij hoort?
waar een vast voorzetsel bij hoort?
Slide 8 - Woordweb
Slide 9 - Link
Op reis naar Zuid-Frankrijk luisterden we naar Franse Chansons.
Welke 'naar' kun je niet vervangen door 'in'?
Welke 'naar' kun je niet vervangen door 'in'?
A
De eerste!
B
Nee, de tweede!
Slide 10 - Quizvraag
Vul het juiste voorzetsel in.
Met haar nieuwe kapsel lijkt Demi erg ... haar oudste zus.
Met haar nieuwe kapsel lijkt Demi erg ... haar oudste zus.
A
in
B
met
C
naar
D
op
Slide 11 - Quizvraag
Vul het juiste voorzetsel in.
Het hotel kampte ... wateroverlast door de uitzonderlijke regenval.
Het hotel kampte ... wateroverlast door de uitzonderlijke regenval.
A
tegen
B
met
C
uit
D
tot
Slide 12 - Quizvraag
Vul het juiste voorzetsel in.
De strandeigenaren en ijsverkopers profiteerden ... de lange nazomer.
De strandeigenaren en ijsverkopers profiteerden ... de lange nazomer.
A
in
B
met
C
op
D
van
Slide 13 - Quizvraag
Welk voorzetsel?
Bij de receptie van het hotel lagen ten behoeve ... de gasten informatiefolders over de omgeving.
Bij de receptie van het hotel lagen ten behoeve ... de gasten informatiefolders over de omgeving.
A
naar
B
op
C
door
D
van
