2.2 Een leven lang leren

2.2 Een leven lang leren
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.2 Een leven lang leren

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Terugblik met vragen

Uitleg 2.2

zelfstandig werken
nabespreken ( enkele vragen)

Slide 2 - Tekstslide

Wat is socialisatie?
A
Het accepteren van mensen en respect hebben
B
Het hebben van waarden en normen
C
Het aanleren van waarden, normen en gewoonten
D
Je verbonden voelen met een speciale groep

Slide 3 - Quizvraag

Vanaf welke leeftijd begint socialisatie?
A
Vanaf 18 jaar, want dan ben je meerderjarig.
B
Vanaf vier jaar, want dan ga je naar school.
C
Vanaf de geboorte.
D
Vanaf het moment dat een kind kan praten en anderen verstaat.

Slide 4 - Quizvraag

Is de uitspraak juist of onjuist?

1. Door socialisatie leer je welk gedrag anderen van jou verwachten.

A
juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Een meisje van 4 spreekt 6 verschillende talen. Is dit aangeboren of aangeleerd?
A
Aangeboren
B
Aangeleerd

Slide 6 - Quizvraag


Verlegenheid
A
aangeboren gedrag
B
aangeleerd gedrag

Slide 7 - Quizvraag

Bij imitatie ..
A
leer je door alle info die je krijgt
B
Leer je door na te doen.
C
Leer je door dingen die je meemaakt.
D
leer ja door dingen uit te proberen.

Slide 8 - Quizvraag

Bij experimenteren ..
A
leer je door alle info die je krijgt
B
Leer je door na te doen.
C
Leer je door dingen die je meemaakt.
D
leer ja door dingen uit te proberen.

Slide 9 - Quizvraag

Als je de gebruiksaanwijzing van een iPad leest, leer je door informatie.
Deze uitspraak is:

A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Bij ervaring ..
A
leer je door alle info die je krijgt
B
Leer je door na te doen.
C
Leer je door dingen die je meemaakt.
D
leer ja door dingen uit te proberen.

Slide 11 - Quizvraag

2.2 Een leven lang leren

Slide 12 - Tekstslide

Hoe leren wij precies? 

  • Imitatie 
  • Ervaringen 
  • Informatie 
  • Experimenteren

Slide 13 - Tekstslide

Wat heeft op jou meer effect?
Positieve of negatie sancties?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Sociale controle:
Mensen in je omgeving letten op hoe jij je gedraagt.


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Positief en negatief

Sociale controle kan positief en negatief zijn.


 

Positieve controle

Negatieve controle

Een beloning voor je gedrag. Bijvoorbeeld:
  • een compliment van iemand;
  • loonsverhoging omdat je je werk goed doet.

Een gevolg van negatief gedrag. Bijvoorbeeld:
  • strafwerk krijgen;
  • een bekeuring krijgen.

Slide 17 - Tekstslide


Van wie leer je (socialisatie)


socialisatie begint bij de opvoeding

daarnaast leer je van mensen op school vrienden, overheid, geloof media 





Wat is een socialisatieproces

tijdens dit proces leer je andere kennen en jezelf 



Hoe word je wie je
bent?


door het socialisatie proces
krijg je een eigen identiteit 

Slide 18 - Tekstslide

Wat ga je nu doen?
p. 33

Maken
1, 4, 5, 7, 9 + samenvatting
timer
8:00

Slide 19 - Tekstslide

Bespreken
1, 4, 5, 7, 9 + samenvatting

Slide 20 - Tekstslide

Identiteit
- De persoon die jij bent, gevormd door alle kenmerken die bij jou horen en je ervaringen. 

Slide 21 - Tekstslide

Rolpatronen 
Rolpatroon
Gedrag dat we van elkaar  verwachten in bepaalde situaties. 
Moet een docent zich op een bepaalde manier gedragen?

Slide 22 - Tekstslide

Rollen doorbreken / rol bevestigend 

Wanneer je je gedraagt volgens een rolpatroon, dan vertoon je rolbevestigend gedrag.

Roldoorbrekend gedrag = Gedrag dat je niet direct bij iemands rol verwacht.



 

Slide 23 - Tekstslide

Kun je een voorbeeld geven van roldoorbrekend gedrag?

Slide 24 - Open vraag

Gendernormen
De normen die bij een man of vrouw horen noemen we gendernormen.

Soms is dat niet fijn omdat je bijvoorbeeld als meisje ook graag gaat skaten en sommige jongens liever naar ballet gaan.

Slide 25 - Tekstslide

Gendernormen
Sinds de jaren ‘60 zijn gendernormen aan het veranderen:
Het verschil tussen typische jongens- en meisjesdingen verandert.

Genderneutraal = Als er helemaal geen onderscheid meer gemaakt wordt tussen vrouwen en mannen.

Slide 26 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maken: 
Opdracht 1 t/m 9 + samenvatting
BLZ 33 t/m 35
BK

Slide 27 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maken: 
Opdracht 1   t/m  8  + opdracht 1 BLZ 22
BLZ 20  t/m  22 
T

Slide 28 - Tekstslide