Proefexamen

Wat is een voorbeeld van derving?
A
Beschadigde goederen worden niet aangenomen, maar teruggezonden naar de leverancier.
B
Na inventarisatie van de voorraad , blijken er goederen te ontbreken.
C
Te weinig goederen worden genoteerd op de mancolijst.
1 / 23
volgende
Slide 1: Quizvraag

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat is een voorbeeld van derving?
A
Beschadigde goederen worden niet aangenomen, maar teruggezonden naar de leverancier.
B
Na inventarisatie van de voorraad , blijken er goederen te ontbreken.
C
Te weinig goederen worden genoteerd op de mancolijst.

Slide 1 - Quizvraag

Tijdens het lossen zie je dat een doos artikelen beschadigd is. Bij wie moet je reclameren?
A
Bij de chauffeur
B
Bij de fabrikant
C
Bij de leverancier

Slide 2 - Quizvraag

Anton werkt alleen in zijn eenmanszaak. Berdien heeft twee parttime werknemers. Carol is eigenaresse van een zaak met 50 medewerkers.

Welke van deze ondernemers is verplicht een RI&E op te stellen?
A
Alleen Carol
B
Alleen Berdien en Carol
C
Anton , Berdien en Carol

Slide 3 - Quizvraag

Een winkel in huishoudelijke apparatuur heeft het magazijn ingedeeld op basis van Familygrouping. Welk opslagsysteem gebruikt het magazijn?
A
Gemengd locatiesysteem
B
Vast locatiesysteem
C
Vrij locatiesysteem

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een reden om de kwantitatieve controle niet uit te voeren?
A
De levering is een nalevering
B
De levering is verpakt in een omverpakking
C
De levering komt uit een eigen distributie centrum

Slide 5 - Quizvraag

Waarom moet een vrachtbrief afgetekend worden?
A
De chauffeur kan aantonen dat hij op tijd heeft geleverd ,
B
De leverancier kan aantonen dat hij heeft geleverd.
C
De winkel kan bewijzen dat ze de goederen .

Slide 6 - Quizvraag

Welke activiteit hoort bij het voorbereiden van inventarisatie?
A
Het bepalen van de administratieve voorraad.
B
Het bereken van de derving
C
Het maken van tellijsten

Slide 7 - Quizvraag

Wat doe je bij een integrale goederencontole?
A
Je controleert bij ontvangst van de levering alle goederen op kwaliteit en kwantiteit.
B
Je controleert de hele voorraad op kwaliteit en kwantiteit.
C
Je controleert en vergelijkt de gegevens op de vrachtbrief , de pakbon en factuur.

Slide 8 - Quizvraag

Schrijf  voorbeelden van emballage op.

Slide 9 - Tekstslide

  • Rolcontainers
  • Pallets met waarde
  • Kratten
  • Flessen. 

Slide 10 - Tekstslide

Een winkel krijgt vier rolcontainers geleverd. De chauffeur overhandigt de vrachtbrief en pakbon.
  • Wat is het verschil tussen pakbon en vrachtbrief ? 
  • Als de factuur binnenkomt controleert de financieele administratie of het factuurbedrag juist is. Welke twee geleidedocumenten of leveringsdocumenten heeft  de financiële administratie nodig om de factuur te controleren?

Slide 11 - Tekstslide

Thomas werkt in een winkel. De winkel wordt overvallen. De overvaller is gewapend met een mes. Thomas weet de overvaller de winkel uit te werken. Thomas vindt dat hij goed gehandeld heeft, maar zijn leidinggevende niet . Zij vindt dat Thomas had moeten handelen volgens het RAAK-principe.
  • Schrijf twee argumenten op voor de mening van de chef van Thomas.
  • Schrijf op hoe Thomas wel had moeten handelen als hij zich aan het RAAK-principe had gehouden. 

Slide 12 - Tekstslide

  • Thomas brengt zichzelf in gevaar.
  • Thomas brengt anderen in gevaar.
  • De dader kan toch agressiever worden.
  • Rustig blijven, Afgeven, Accepteren, Kijken.

Slide 13 - Tekstslide

Bovenstaande  brandklasse?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Jasmijn is eigenaresse van een jeansshop. Jeans zijn geen bederfelijke artikelen. Ook wijzigen Jeans niet vaak in model. Schrijf één economische redenen waarom Jasmijn in de opslag toch het FiFO-systeem kiest.
Kan verouderen, uit de mode raken , verkleuren. 

Slide 16 - Tekstslide

Na een inventarisatie blijkt dat er van artikel Y en van artikel X iedere keer een aantal ontbreken. De manager besluit bij artikel x wel maatregelen te nemen om derving tegen te gaan en bij Y niet. Waarom?
  • X is een veel duurder artikel dan Y. 

Slide 17 - Tekstslide

Beschrijf drie factoren die van invloed zijn op de bestelfrequentie.
  • Bestelfrequentie is hoe vaak ik moet bestellen. Wat is hier van invloed op: 
  •   Afzet
  • Grootte magazijn
  • Levertijd
  • Houdbaarheid
  • Liquiditeit
  • Hoe groot wil ik mijn voorraad

Slide 18 - Tekstslide

In een dervingsbestrijdingsplan staan procedures om derving te verminderen.
Criminele derving : tassen controleren , personeel mag zelf niet eigen artikelen afrekenen, personeel einde van de dag controleren.
Niet criminele derving: THT controleren, retourprocedures controleren, goede goederencontrole, personeel instrueren.

Slide 19 - Tekstslide

Verschil tussen order entry en volledig geautomatiseerd?
Bij order entry bestel je handmatig bij geautomatiseerd via kassa gegevens.

Slide 20 - Tekstslide

Verband tussen levensduur en risicokosten van de voorraad?
Hoe langer de levensduur hoe lager mijn risicokosten denk hierbij aan het verschil in risico bij  versartikelen en bijvoorbeeld sanitair .

Slide 21 - Tekstslide

  • De vrachtbrief is een bewijs van levering met de afzender en het aantal colli erop.
  • De pakbon geeft precies aan welke inhoud de colli heeft met artikelnummers en omschrijving.

  • De factuur moet vergeleken worden met de pakbon en de MBTV-lijst.

Slide 22 - Tekstslide

Een onderneming stelt een dervingsbestrijdingsplan op voor haar filialen. Wat is onderdeel van het strategische gedeelte van het dervingsbestrijdingsplan?
A
De teamleiders volgen komende maand allemaal een online training in het herkennen en voorkomen van derving.
B
Doelstelling is dat voor het volgende kwartaal de derving met 8% is afgenomen.
C
Om criminele derving te verminderen worden op de afdeling huidverzorgingsproducten twee anti-diefstalspiegels opgehangen.

Slide 23 - Quizvraag