Herhalingsles

vrachtbrief
pakbon
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

vrachtbrief
pakbon

Slide 1 - Tekstslide

Op dit document staan de prijzen van de producten.
A
Pakbon
B
Factuur
C
Vrachtbrief

Slide 2 - Quizvraag

Achterdeurprocedure
Zorgt voor de veiligheid van je medewerkers

Slide 3 - Tekstslide

Soorten controles
Kwalitatief & kwantitatief

Steekproef, cyclische controle & integrale controle

Slide 4 - Tekstslide

Je controleert alle goederen die op de pakbon staan. Je telt het aantal goederen in de verpakking. Ook controleer je of er geen beschadigingen zijn.
A
Een integrale controle
B
Een kwalitatieve controle
C
Een kwantitatieve controle

Slide 5 - Quizvraag

Je wil de hele voorraad in een half jaar tellen zonder je personeel teveel te belasten of je winkel te moeten sluiten voor het tellen. Wat kies je?
A
Steekproefmethode
B
Integrale inventarisatie
C
Cyclische inventarisatie

Slide 6 - Quizvraag

Inventariseren
  1. voorbereidingen treffen
  2. Voorraad tellen
  3.  Voorraadadministratie bijhouden
  4. Resultaten bespreken
  5. Winkel op orde brengen

Slide 7 - Tekstslide

De administratieve voorraad in een winkel is € 156.231,25 / de werkelijke voorraad is € 148.963,25 / Wat is het dervingspercentage? Rond af op twee decimalen.

Slide 8 - Open vraag

Uitleg vraag
  1. Derving uitrekenen:
    De derving is € 156.231,25 -/- € 148.963,25 = € 7.268 
  2. Formule dervingspercentage 
    Derving / administratieve voorraad x 100%
  3. Antwoord: het dervingspercentage is € 7.268 / € 156.231,25 x 100 = 4,65%
  4. Dit betekent dat je 4,65 % van wat je aan waarde denkt te hebben (volgens de administratieve voorraad) niet hebt.

Slide 9 - Tekstslide

Voorraadkosten
Rente, Ruimte, Risico

Juwelier <--> schoenenzaak

Slide 10 - Tekstslide

Voorraad 1 januari = 40 stuks
Voorraad 30 januari = 80 stuks
Inkoopprijs = € 20
Voorraadkosten = 5%
Bereken de voorraadkosten

Slide 11 - Open vraag

Een ondernemer krijgt een aanbod om een grote partij schaatsen in te kopen met een zeer aantrekkelijke korting. Dit heeft wel gevolgen voor zijn voorraadkosten. Schrijf voor de drie soorten voorraadkosten op wat de gevolgen van deze inkoop zijn.

Slide 12 - Open vraag

Je wilt de service-graad verhogen om beter te concurreren.
Servicegraad = aantal artikelen aanwezig : aantal artikelen x 100
Gevolgen:
- meer voorraad
- hogere rentekosten
- hogere ruimtekosten
- hogere klanttevredenheid
- hogere risicokosten

Slide 13 - Tekstslide

Optimale bestelfrequentie bepalen
Aantal x dat je bestelt

  • Hoeveel ruimte is er?
  • Bestelkosten
  • Levertijd
  • De afzet
  • Houdbaarheid

Slide 14 - Tekstslide

Een zaak heeft veel vaste afnemers. De zaak heeft al jaren een stabiele afzet, maar deze verschilt wel per week. In overleg met de leveranciers is afgesproken dat er elke maandag een bestelling wordt geplaatst.
A
Vast tijdstip - variabele bestelgrootte
B
Vast tijdstip - vaste bestelgrootte
C
Variabel tijdstip - vaste bestelgrootte

Slide 15 - Quizvraag

Technische en economische voorraad
Magazijn
Besteld
Verkocht
Tablet
30
5
2
TV
65
6
9

Slide 16 - Tekstslide

.
.
.
.
.
Technische voorraad = 30 + 65 = 90 stuks
Economische voorraad tablets = 30 + 5 - 2 - 33
Magazijn
Besteld
Verkocht
Tablet
30
5
2
TV
65
6
9

Slide 17 - Tekstslide

Criminele derving tegengaan
(dervingbestrijdingsplan)
Cameratoezicht verbeteren
Indeling schappen overzichtelijker maken
Dagelijkse voorraadcontrole uitvoeren
Personeel scholen
Achterdeurprocedure aanscherpen
Kleine of kostbare materialen verplaatsen
Elektronische bewaking

Slide 18 - Tekstslide

Lisa verkoopt 4 horloges per dag. Ze heeft een levertijd van 3 weken en is 6 dagen per week geopend. Ze houdt voor de zekerheid een veiligheidsvoorraad aan van 8 horloges. Bereken haar bestelpunt.

Slide 19 - Open vraag