In een tekst staan vaak verwijswoorden. Ze verwijzen naar één of meer woorden in de tekst. Verwijswoorden zorgen voor afwisseling in een tekst. Voorbeelden van verwijswoorden: hij, hem, zij, haar, het, dat, die, daar.
Hoe kom je erachter waar een verwijswoord naar verwijst?
Stel de vragen:
- wie?
- wat?
- waar?