azs en gnm vragen 11 tm 16

Vraag 10 
Mevrouw van Geel heeft last van hoge bloeddruk en astma (benauwdheid). Voor de hoge bloeddruk heeft de arts een recept met propranolol uitgeschreven. Bij het inbrengen van dit recept in de computer ontstaat een contra indicatie signaal:
Astma

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vraag 10 
Mevrouw van Geel heeft last van hoge bloeddruk en astma (benauwdheid). Voor de hoge bloeddruk heeft de arts een recept met propranolol uitgeschreven. Bij het inbrengen van dit recept in de computer ontstaat een contra indicatie signaal:
Astma

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 10:
Verklaar deze contra indicatie

Slide 2 - Open vraag

Propranolol gaat als (niet selectieve) bèta blokker de beta-2 receptoren op de bronchiën blokkeren. Hierdoor kan de natuurlijke overdrachtsstof norepinefrine niet binden. De bronchiën worden nauwer, de kans op benauwdheid neemt toe.
Bij het inbrengen van metoprolol ontstaat opnieuw het contra indicatie signaal: Astma
De apotheker geeft aan dat dit wel mag worden afgeleverd.

Vraag 11:
Waarom hebben patiënten met astma van propranolol meer last van benauwdheid dan bij metoprolol?

Slide 3 - Open vraag

Omdat metoprolol een beta-1 selectieve blokker is, zullen de beta-2 receptoren op de bronchien bij een normale dosering van metoprolol niet/minder worden geblokkeerd. Er bestaat een kans op benauwdheid, deze is echter veel minder dan bij propranolol. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 12:
Zoek met behulp van de KNMP Kennisbank wat waarvoor Max deze tabletten gebruikt.

Slide 5 - Open vraag

Examenvrees
Vraag 13:
Verklaar waarom speekselvloed, kortademigheid en diarree als bijwerkingen kunnen voorkomen bij pilocarpine

Slide 6 - Open vraag

Ondanks het gegeven dat pilocarpine locaal in het oog wordt aangebracht, kan toch een deel van de pilocarpine in de algehele circulatie terechtkomen en daar parasympaticomimetisch werken. 
Vraag 14:
Wat voorkom je als je na het druppelen de traanbuis even dichtdrukt?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DHr. Dijksma heeft zijn hele leven lang gerookt en hierdoor is behoorlijk veel longweefsel kapot gegaan. Hij gebruikt al enige tijd Atrovent 4 maal per dag. De arts schrijft nu in plaats van Atrovent het geneesmiddel Spiriva voor. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 15:
Zoek met behulp van de KNMP Kennisbank het gebruik van Spiriva op en geeft aan waarom de arts Atrovent heeft vervangen door Spiriva.

Slide 9 - Open vraag

Atrovent moet 4 keer per dag worden gebruikt, Spiriva maar 1 keer per dag. 
De KNMP Kennisbank geeft als gebruik aan:
Reisziekte:
transdermaal: volwassenen 1.5 mg, 6-15 uur voor aanvang van de reis, na max. 72 uur verwijderen, zo nodig gevolgd door een pleister achter het andere oor.




Vraag 16:
Waarom werken deze pleisters pas na 6 uur?

Slide 10 - Tekstslide

In deze toedieningsvorm is de halfwaardetijd lang. Hoe langer de halfwaardetijd hoe langer het duurt voordat het middel gaat werken.