Gedichten en hun vorm, les 56 Chris

Welkom!
Goed dat je er bent. In deze online les doorloop je zelfstandig hoofdstukken van Kern. Het is niet zo gezellig, maar op deze manier heb ik wel alle aandacht voor jou en je klasgenoten als jij in de fysieke les zit. 

-Zorg ervoor dat je inlogt met je eigen naam, op basis van deelnemende namen noteer ik absenten. 
-Het kan nuttig zijn aantekeningen te maken. Schrijf alle vragen die je hebt op, ik kan deze gedurende de les niet beantwoorden. Neem ze mee naar de volgende les of mail mij. 
-Als je helemaal klaar bent, kun je de les verlaten. Let er wel op dat je alles serieus invult. Niet meedoen = niet aanwezig. 
Succes!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Goed dat je er bent. In deze online les doorloop je zelfstandig hoofdstukken van Kern. Het is niet zo gezellig, maar op deze manier heb ik wel alle aandacht voor jou en je klasgenoten als jij in de fysieke les zit. 

-Zorg ervoor dat je inlogt met je eigen naam, op basis van deelnemende namen noteer ik absenten. 
-Het kan nuttig zijn aantekeningen te maken. Schrijf alle vragen die je hebt op, ik kan deze gedurende de les niet beantwoorden. Neem ze mee naar de volgende les of mail mij. 
-Als je helemaal klaar bent, kun je de les verlaten. Let er wel op dat je alles serieus invult. Niet meedoen = niet aanwezig. 
Succes!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Kijk het filmpje 'Poezie is overal', daarna krijg je er een vraag over.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wanneer kom jij in aanraking met poëzie?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

een strofe is...
A
een onderdeel (soort alinea) van een gedicht
B
Een zin van een gedicht
C
Een soort hond
D
de belangrijkste gedachte van de dichter

Slide 10 - Quizvraag

Noem drie belangrijke kenmerken van een gedicht

Slide 11 - Open vraag

Lees het gedicht 'De Mus' hardop 

Slide 12 - Tekstslide

Klinkt elke 'tjielp' hetzelfde?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Wat heeft de dichter met de vorm gedaan om te zorgen dat elke zin anders klinkt?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Elke zin in 'Vliegen' begint met een persoonsvorm in plaats van een onderwerp, waarom heeft de schrijfster dit gedaan? (meerdere antwoorden mogelijk).
A
Zo klinkt er meer verontwaardiging over de vlieg op het papier.
B
Het klinkt mooier met de nadruk op de letter 'w' in 'wil', 'word' & 'woord'
C
Er klinkt meer rust als je het gedicht hardop voorleest.

Slide 16 - Quizvraag

Hoe versterkt de tekening (de vorm) van het gedicht de inhoud?

Slide 17 - Open vraag

Schrijf nu zelf een kort gedicht, je kunt evt beginnen met: 'Ik klim omhoog / weet je wel hoe mooi je bent'
-je mag zelf weten hoe lang -laat de vorm aansluiten bij je gedicht (kies twee elementen uit de uitleg).

Slide 18 - Open vraag

Leerdoelen bereikt?
Ik weet op welke manieren vorm wordt gebruikt in gedichten en kan het herkennen
ja
nee

Slide 19 - Poll

Leerdoelen bereikt?
Ik kan van een gedicht uitleggen hoe vorm en inhoud op elkaar aansluiten.
ja
nee

Slide 20 - Poll

Lekker bezig, tot de volgende les!

Goed gewerkt! Als je alles hebt afgerond, kun je nu afsluiten. 


Let op: zorg er echt voor dat je elke vraag serieus hebt beantwoord.
Niet meedoen = absent.

Slide 21 - Tekstslide