In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
G2A - Engelse werkwoorden
Spelling H2 va. p76
Slide 2 - Tekstslide
Wat komt op de plek van de puntjes?
Onze leraar ….. iedere dag naar school.
A
joggt
B
joggd
C
jogt
D
jogd
Slide 3 - Quizvraag
Wat hoort op de plek van de puntjes?
Iedereen (googelen) ….. wel eens.
Slide 4 - Open vraag
Wat komt op de plek van de puntjes?
Ik …..eigenlijk bijna nooit.
A
chat
B
chatet
C
chatt
D
chattet
Slide 5 - Quizvraag
Wat hoort op de plek van de puntjes?
Koen (skaten) ….. graag de hele dag.
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
soms stam + e = 'stomme' e
Stomme 'e' = 'e' die je niet uitspreekt
Bij sommige Engelse ww lukt het niet om ze zomaar aan te passen aan de Nederlandse spelling van zwakke ww. Bijv. racen - stam: rac - ik rac, jij ract etc. kan niet i.v.m. uitspraak!
Daarom: racen - stam: race - ik race, jij racet, hij racet, heeft geracet (je schrijf de 'e', maar je spreekt hem niet uit)
Hetzelfde bij: deleten, skaten, timen, racen, saven etc.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Moeilijke gevallen
In plaats van verlengen kun je ook 't Kofschip gebruiken om te weten of het een -d of -t is in verleden tijd en VD.
Soms hoor je niet duidelijk aan de uitspraak of de letter aan het eind van de stam in 't Kofschip zit: bv. geleast/geleasd (mag allebei, want z of z?); idem golfen (gegolft/gegolfd) etc.
dubbele klinker aan het eind van een Engels ww blijft staan als het voor de uitspraak nodig is: hij paintballt, passt, appt
Slide 21 - Tekstslide
Wat is de verleden tijd enkelvoud van crossen?
Slide 22 - Open vraag
Wat is het voltooid deelwoord van skaten?
Slide 23 - Open vraag
Wat is de verleden tijd enkelvoud van passen?
Slide 24 - Open vraag
Wat is het voltooid deelwoord van faxen?
Slide 25 - Open vraag
a. De camera was maximaal (inzoomen vd)
Slide 26 - Open vraag
b. Bram (zappen tt) langs alle Nederlandstalige, commerciële zenders.
Slide 27 - Open vraag
c. De monteur (tunen tt) de motor van de Mini Cooper.
Slide 28 - Open vraag
d. Ik heb de afgelopen weken al (joggen od) iedere dag vijf kilometer afgelegd.
Slide 29 - Open vraag
e. Ben jij ook zo (triggeren vd) door die beelden uit Afghanistan?
Slide 30 - Open vraag
f. Indi, onze hond, werd vorige week nog (trimmen vd).
Slide 31 - Open vraag
g. Bilal (toasten vt) op de winnaar van het toernooi.