Les 6

Les 6, lesboek, pag. 53 
Communicatieve doelen
Leesmanieren
Soorten publiek

Nieuw: samenstelling, spreekwoorden

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 6, lesboek, pag. 53 
Communicatieve doelen
Leesmanieren
Soorten publiek

Nieuw: samenstelling, spreekwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Verboden woord:
- spray
- feest
- bloed
- wijs

Slide 2 - Open vraag

Aantekening 'Betekenisvolle zinnen maken
Hoe?
Bedenk woorden die ermee te maken hebben
- Eerst oefenen met simpele woorden.
- Verbind deze woorden dmv een zin
- Nu heb je een betekenisvolle zin.

Leg ‘dierentuin’ uit aan de hand van een betekenisvolle zin.
Maak nu een betekenisvolle zin met ‘verjaardag’

Nu een paar woorden kiezen in het boek.




Slide 3 - Tekstslide

MK: 2.17
1 Zo sterk als een paard/beer/leeuw
2 Zo slim als een vos
3 Zo dom als een ezel
4 Zo ziek als een hond
5 Zo rood als een kreeft
6 Zo glad als een aal
7 Zo ijverig als de mieren
8 Zo kaal als een luis



Slide 4 - Tekstslide

Verder met 2.17
9 Zo arm als kerkrat
10 Zo doof als een kwartel
11 Zo bang als een wezel
12 Zo gezond als een vis
13 Zo blind als een mol
14 Zo nijdig als een spin
15 Zo hongerig als een wolf/beer/paard
16 Zo vet als een varken
17 Als haringen in een ton
18 Als een luis op een zeer hoofd

Slide 5 - Tekstslide

Test
Kijk naar de afbeelding.
Weet jij de goede uitdrukking erbij te vinden?

Slide 6 - Tekstslide

Zo... als een paard.

Slide 7 - Open vraag

Zo... als een vis

Slide 8 - Open vraag

Zo ... als een kreeft

Slide 9 - Open vraag

Zo ... als een kwartel
A
stom
B
lui
C
doof
D
blind

Slide 10 - Quizvraag

Zo... als een hond
A
arm
B
bang
C
vrij
D
ziek

Slide 11 - Quizvraag

Zo... als een mol
A
lui
B
blind
C
nijdig
D
vet

Slide 12 - Quizvraag

MK: 2.18 en 2.22
Volgende slide: antwoorden van 2.22

Slide 13 - Tekstslide

2.22 
1 in goede aarde vallen = veel steun ontvangen
2 er niet warm of koud van worden = het maakt je niet veel uit
3 op twee gedachten hinken = twijfelen

Slide 14 - Tekstslide