Geschiedenis van het leven op aarde

Goedemorgen!
Vandaag gaan we het hebben over de geschiedenis van het leven op aarde.
Voer alvast de code voor lessonup in 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen!
Vandaag gaan we het hebben over de geschiedenis van het leven op aarde.
Voer alvast de code voor lessonup in 

Slide 1 - Tekstslide

Programma van deze les
  1. Terugblik vorige les
  2. Nieuwe lesstof: paragraaf 5.5
  3. Afsluiting met korte quiz 

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 5 
Het zinkviooltje
Het zinkviooltje komt alleen voor op plaatsen waar veel zink in de bodem voorkomt, zoals het Geuldal in Zuid-Limburg. Deze soort heeft zich aangepast aan het leven op plekken met veel zinkvervuiling.

Door kruisbestuiving met stuifmeel van tuinviooltjes is het aantal zinkviooltjes afgenomen. 
Leg uit dat kruisbestuiving met tuinviooltjes een bedreiging is voor de zinkviooltjes.

Slide 3 - Tekstslide

opdracht 8+ Tasmaanse duivel
De Tasmaanse duivel is een buideldier dat leeft op het Australische eiland Tasmanië (zie afbeelding 11). Door een dodelijke, besmettelijke ziekte werd het dier met uitsterven bedreigd. Maar nu lijkt het dier zich toch te redden. Een deel van de dieren bezit een allel waardoor ze eerder geslachtsrijp zijn.

 

Leg uit hoe dit allel de Tasmaanse duivel kan behoeden voor uitsterven.

Slide 4 - Tekstslide

5.5: Geschiedenis van het leven op aarde
Leerdoelen

6.5.10 Je kunt uitleggen hoe fossielen zijn ontstaan.

6.5.11 Je kunt uitleggen dat soorten verwant zijn als ze een gemeenschappelijke voorouder hebben.

Slide 5 - Tekstslide

Fossielen
Fossielen zijn versteende overblijfselen of afdrukken van organismen in gesteentes. 

Deze ontstaan als dode organismen bedekt worden met sedimenten voor ze kunnen worden afgebroken door micro-organismen.

Slide 6 - Tekstslide

Sedimentair gesteente: gesteentelagen

Slide 7 - Tekstslide

Tijdbalk geschiedenis van de aarde

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Verwantschap
Aan het DNA kun je terugzien hoe organismen aan elkaar verwant zijn. Omdat genen informatie bevatten voor de bouw van eiwitten zal ook het fenotype van meer verwante organismes meer overeenkomen dan van minder verwante organismen.

Slide 10 - Tekstslide

Dolfijn en haai
Niet nauw verwant, maar lijken wel op elkaar.

Slide 11 - Tekstslide

Rudimenten
Rudimentaire organen zijn organen die geen functie meer hebben, maar waarvan soms nog wel resten te zien zijn in organismen.

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat: Paragraaf 5.5: opdr. 1 t/m 3 (kennis), 5 t/m 8 (inzicht)
Hoe:  Je mag zacht overleggen met je buur. Heb je een vraag, steek dan je hand op (oranje). Tip: Lees eerst de lesstof door.
Tijd: tot 11:10
Klaar?: Maak een samenvatting van deze paragraaf of
vorige paragrafen of oefen op je eigen manier.
Maak ook 10 (samenhang, leuke opdracht die je laat nadenken over
de toekomst van de mens als soort.




Slide 13 - Tekstslide

Afsluiting
  • Filmpje
  • Korte quiz 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Een lichaamsdeel dat in de loop van de evolutie van een soort zijn functie heeft verloren, maar soms nog wel (deels) aanwezig is heet:
A
reserve orgaan
B
evolutionair orgaan
C
disfunctioneel orgaan
D
rudimentair orgaan

Slide 16 - Quizvraag

Soorten die nauw aan elkaar verwant zijn hebben in ieder geval:
A
DNA dat sterk op elkaar lijkt
B
Een uiterlijk dat sterk op elkaar lijkt
C
Een gemeenschappelijke voorouder die relatief kort geleden leefde.
D
De mogelijkheid om samen vruchtbare jongen voort te brengen.

Slide 17 - Quizvraag

Fijne vakantie alvast!

Slide 18 - Tekstslide