De temperatuur heeft invloed op de gasdruk in een afgesloten ruimte. Dat kun je beredeneren met het deeltjesmodel. Als de temperatuur van het gas stijgt, gaan de moleculen steeds sneller bewegen. De moleculen botsen daardoor vaker en met een grotere snelheid tegen de wanden. Het gevolg is dat de gasdruk toeneemt. Omgekeerd neemt de gasdruk af als de temperatuur weer daalt.
Met de opstelling in het figuur hiernaast kun je het verband meten tussen de temperatuur en de gasdruk. Met de manometer meet je de druk van de lucht in de kolf. Met de thermometer meet je de temperatuur. Uit deze proef blijkt dat de druk gelijkmatig groter wordt als de temperatuur stijgt. Uit de toename van de gasdruk kun je eenvoudig afleiden met hoeveel graden de temperatuur is gestegen.