bst 3 erfelijkheid

Basisstof 3
- Je kunt omschrijven wat genen en allelen zijn
- Je kunt omschrijven wat een mutatie is
- Je kunt omschrijven wat kanker is (HV)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Basisstof 3
- Je kunt omschrijven wat genen en allelen zijn
- Je kunt omschrijven wat een mutatie is
- Je kunt omschrijven wat kanker is (HV)

Slide 1 - Tekstslide

DNA
  • In celkern
  • Code bestaat uit vier letters (A, T, C, G)
  • Basenparen: A-T, C-G
  • Voor elke eigenschap (gen) duizenden basenparen
  • Wordt opgerold tot chromosomen

Slide 2 - Tekstslide

De code van het DNA
BIJVOORBEELD:
ATT CGA TGT AGC TTA GCT GCT ACT GCC ATC GTC AGC TTT TCG 
 Hoeveel 'woorden' kun je eigenlijk maken met 4 letters als elk woord uit 3 letters bestaat??




Slide 3 - Tekstslide

Aantal woorden
4x4x4 = 64
Elk woord staat voor een molecuul (aminozuur)
honderden van deze moleculen aan elkaar vormen een eiwit.


Slide 4 - Tekstslide

Eiwitten!!
In het DNA staat dus eigenlijk welke eiwitten er gemaakt moeten worden.
Elke soort organismen (planten, dieren enz) maakt zijn eigen eiwitten mbv zijn eigen DNA

Slide 5 - Tekstslide

voorbeeld eiwitten
melanine (pigment in de huid)
insuline (suiker opslag)
amylase (vertering van je voedsel)
hemoglobine (O2 vervoer in het bloed)

Er zitten meer dan 75.000 verschillende eiwitten in je lichaam!!

Slide 6 - Tekstslide

genen versus allelen
genen heeft ieder mens hetzelfde (bv haarkleur of oogkleur of bloedgroep)
allelen zijn de invulling van de genen (bv blond of blauw of bloedgroep A)

Slide 7 - Tekstslide

Allelen
  • Genvariant
  • Allelenpaar: twee allelen van een gen
  • Homozygote allelen: twee dezelfde allelen (VG)
  • Heterozygote allelen: twee verschillende allelen (VG)

Slide 8 - Tekstslide

Eiwitten
  • Voeren taken uit in en buiten de cel
  • Gen wordt afgelezen en vertaald naar eiwit

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Mutaties

Slide 11 - Tekstslide

Mutaties

- Beschadegingen of wijzigingen in het DNA
- Gen werkt niet goed meer
- Voorbeeld: kanker
- Mutaties in geslachtscellen

Slide 12 - Tekstslide

Mutaties kunnen neutraal, positief of negatief zijn. 


Positief --> voorbeeld van de motten

Negatief --> ziektes zoals kanker

Slide 13 - Tekstslide

Mutagene invloeden
  • Mutagene stoffen, bijv. asbest of sigarettenrook
  • Straling, zoals UV en röntgen

Slide 14 - Tekstslide

Ontstaan van kanker
1. Huidcel wordt kankercel, kan door zon, gifstoffen of 'ouderdom' van cel. 
2. Kankercel deelt zich ongeremd- tot een tumor
3. Gezwel groeit door wand van bloedvat, Tumorcellen breken af, stromen met bloed/lymfe mee. Op andere plekken ontstaan nieuwe gezwellen. 

Slide 15 - Tekstslide

Tumor/kanker
Hiernaast zie je een tumor ontstaan. We spreken van kanker als dit de omringende weefsels gaat beschadigen en binnendringen.
Een tumor is een synoniem voor een verdikking/bult, dus dat hoeft geen kanker te zijn.

Slide 16 - Tekstslide

mutant is een organisme met een mutatie (iedereen is een mutant!)

albino is een organisme waarbij het gen voor een huidpigment (eiwit) niet wordt gemaakt. De huid en de haren zijn hierdoor wit. De ogen rood.

Slide 17 - Tekstslide

zichtbare mutaties

Slide 18 - Tekstslide

Mutaties
Mutaties kunnen ontstaan door schadelijke invloeden

Slide 19 - Tekstslide