Dag 1

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Thema 7 - Ruzie - DAG 1

De woorden van vandaag

1. afpakken
2. alleen
3. als
4. bedankt
5. blijven
6. het cijfer

afpakken (ww)

• van iemand iets pakken

• TT - ik pak af, jij pakt af,
  wij pakken af
• VT - ik pakte af, wij pakten af
• VTD - ik heb afgepakt

• zin: Het kindje heeft een mes in zijn hand. De moeder pakt het af.

1

alleen

• 1 persoon of 1 ding
• alleen <--> samen

• zin: Nee, ik wil geen suiker in de koffie. Alleen melk.
• zin: Ik ben alleen thuis. Mijn man en kinderen zijn weg. 

2

als

• 1) wanneer (tijdstip)
• zin: Als ik op mijn werk kom, drink ik eerst een kopje koffie.

• 2) even ... als = hetzelfde
• zin: Ik ben even oud als mijn buurvrouw. 
• als <--> dan (ongelijk)
• zin: ik ben groter dan mijn moeder.

• 3) geeft een voorwaarde aan - als ... dan
• zin: Als het mooi weer is, dan ga ik tuinieren. 

3

bedankt

• dankjewel
• ik ben dankbaar

• zin: Bedankt voor de mooie bloemen! 

4

blijven (ww)

• 1) niet weggaan
• zin: Ik ben moe, ik blijf vanavond thuis.
• 2) niet stoppen
• zin: Het blijft maar regenen. 

• TT - ik blijf, jij blijft, wij blijven
• VT - Ik bleef, wij bleven
• VTD - ik ben gebleven

5

het cijfer (znw)

• getal
• 1,2,3,4,5,6,7,8,9,0 zijn cijfers
• het cijfer - de cijfers

• zin: Vijftien in cijfers = 15 

6

Wat betekent het woord
'afpakken'?

1

1. van iemand iets pakken
2. iemand helpen
3. iemand iets geven
4. boos zijn op iemand

... ik op school kom, ga ik eerst naar de kantine.

3

Er is niemand in de kantine. Ik ben helemaal ...

2

1. samen
2. alleen
3. verdrietig
4. boos

... het regent dan ga ik met de bus naar school.

3

... voor het cadeau!

4

1. Alsjeblieft
2. Blij
3. Bedankt
4. Bellen

Waar zie je cijfers?

6

1. 
2. 
3. 

Ik ben ... thuis. Mijn man en kinderen zijn naar de stad.

... voor het bericht!

Ik ben moe, ik ... vandaag in bed.

Nee, ik wil ... een beetje melk in mijn koffie, geen melk en suiker.

Het ... vandaag maar waaien.

Maak een zin met het woord
'blijven'.

5

Maak een zin met het woord
'als'.

3