In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Werkfase
Maak de zes uitgedeelde vragen. De antwoorden staan op p. 76 en 77 van je handboek
Geef antwoord in volledige zinnen.
Ben je klaar? Maak dan de vragen in LessonUp.
Slide 10 - Tekstslide
'Hans zei Grietje zal ik met dit mooie weer mijn rokje aan doen?' (Herman Finkers)
Leg aan de hand van het voorbeeld van Herman Finkers uit waarom interpunctie heel belangrijk is in onze taal.
Slide 11 - Open vraag
Nauwkeurig formuleren is belangrijk bij toetsvragen. Lees onderstaande vraag voor het vak Nederlands en het antwoord van een leerling. VRAAG-'Nederland heeft goud gewonnen op de Olympische Spelen.' Is in dit voorbeeld sprake van een zuivere metafoor of van metonymia?
ANTWOORD LEERLING Ja.
Welk antwoord had de docent willen horen?
Slide 12 - Open vraag
Geef aan op welke manier onderstaande zin onnauwkeurig is en herschrijf de zin zodat hij nauwkeuriger is.
De sollicitant bedankte voor de baan.
Slide 13 - Open vraag
Geef aan op welke manier onderstaande zin onnauwkeurig is en herschrijf de zin zodat hij nauwkeuriger is.
Energiedrankjes kunnen onder bepaalde omstandigheden slechts beperkt gebruikt worden.
Slide 14 - Open vraag
Geef aan op welke manier onderstaande zin onnauwkeurig is en herschrijf de zin zodat hij nauwkeuriger is.
Snij de tomaten, scheur de slabladeren van de nerven en was ze in ijskoud water.
Slide 15 - Open vraag
Geef aan op welke manier onderstaande zin onnauwkeurig is en herschrijf de zin zodat hij nauwkeuriger is.
De wetenschapper onderzocht de reacties van mensen in zekere situaties.
Slide 16 - Open vraag
Geef aan op welke manier onderstaande zin onnauwkeurig is en herschrijf de zin zodat hij nauwkeuriger is.
De minister beschreef zijn werkzaamheden als lijnen uitzetten, politieke thema's agenderen en verkiezingen winnen.
Slide 17 - Open vraag
Geef aan op welke manier onderstaande zin onnauwkeurig is en herschrijf de zin zodat hij nauwkeuriger is.
Allerlei factoren hebben er samen voor gezorgd dat de samenwerking tijdens ons PWS over het algemeen niet zo soepel verliep.
Slide 18 - Open vraag
Nauwkeurig formuleren is belangrijk bij toetsvragen. Lees onderstaande vraag voor het vak Nederlands en het antwoord van een leerling. VRAAG-'Nederland heeft goud gewonnen op de Olympische Spelen.' Is in dit voorbeeld sprake van een zuivere metafoor of van metonymia?
ANTWOORD LEERLING Ja.
Zou jij het antwoord van deze leerling goed rekenen? Leg uit waarom. T2
Slide 19 - Open vraag
Lees de tekst over de vuurtoren op pagina 75 van je oefenboek.
Noteer de lege woorden in de tekst.
Slide 20 - Open vraag
1. Welke stopwoorden gebruik jij? 2. Welke stopwoorden van anderen vind jij irritant? 3. Waarom gebruiken mensen stopwoorden?
Slide 21 - Open vraag
Evaluatie
Beantwoord de volgende drie vragen om te kijken of je het doel van de les hebt bereikt.