WRE 1TC - Thema D - Fictie: klassieke en moderne helden
Nederlands
Welkom 1TC!
Thema D - Helden
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Nederlands
Welkom 1TC!
Thema D - Helden
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Uitleg werkwoordspelling
Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Thema D - Helden
1. Herhalingsvragen vorige les
2. Klassieke en moderne helden
3. Klassikale vragen
4. Fragmenten lezen
5. Vragen beantwoorden
6. Afsluiten
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen een open vraag en gesloten vraag?
Slide 3 - Open vraag
Heb je wel eens iets spannends meegemaakt?
A
Open vraag
B
Gesloten vraag
Slide 4 - Quizvraag
Hoe ben je op het idee gekomen om stuntvrouw te worden?
A
Open vraag
B
Gesloten vraag
Slide 5 - Quizvraag
Hoe kun je van onderstaande vraag een open vraag maken? Wie is jouw grootste held?
Slide 6 - Open vraag
Door gesloten vragen te stellen, krijg je een beter gesprek dan door alleen maar open vragen te stellen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
In de tekstballonnen staan vragen die niet af zijn. Probeer twee vragen te stellen met de woorden in de wolkjes. Zorg ervoor dat het een open vraag is.
Slide 9 - Open vraag
Klassieke en moderne helden
In veel oudere verhalen komen klassieke helden voor: sterke en dappere mannen (en heel soms vrouwen)
Moderne helden zijn meestal 'gewone' mensen die in actie komen om anderen te helpen.
Slide 10 - Tekstslide
Uitlegfilmpje!
Slide 11 - Tekstslide
Vind jij dit helden? Waarom wel/niet?
Slide 12 - Open vraag
Vind jij Mbappé een held? Waarom wel/niet?
Slide 13 - Open vraag
Vind jij Henk de Jong een held? Waarom wel/niet?
Slide 14 - Open vraag
Vind jij Taylor Swift een heldin? Waarom wel/niet?
Slide 15 - Open vraag
Vind jij Peter R. de Vries een held? Waarom wel/niet?
Slide 16 - Open vraag
Fragment lezen
Wat:
We lezen fragment 1 op bladzijde 184-185
Hoe:
Lees mee in je boek voor Nederlands.
Klaar:
We bespreken opdracht 1.
Daarna lezen we fragment 2 op blz. 186-187 en maken jullie opdracht 2 en 3.
Als er nog tijd is, kun je verder werken aan je verslag Koning van Katoren