Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Keuzevoorzetsels
KEUZEVOORZETSELS
THEORIE-CHECK!
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
KEUZEVOORZETSELS
THEORIE-CHECK!
Slide 1 - Tekstslide
Welke voorzetsels hebben altijd een 3e naamval?
A
an, auf, hinter, neben, in, unter, über, vor, zwischen
B
durch, für, ohne, um, bis, gegen, entlang
C
mit, nach , bei, seit, von, zu, aus
D
anhand, außerhalb, einschließlich, innerhalb, statt, während, wegen, trotz
Slide 2 - Quizvraag
Welke voorzetsels hebben altijd een 4e naamval?
A
an, auf, hinter, neben, in, unter, über, vor, zwischen
B
durch, für, ohne, um, bis, gegen, entlang
C
mit, nach , bei, seit, von, zu, aus
D
anhand, außerhalb, einschließlich, innerhalb, statt, während, wegen, trotz
Slide 3 - Quizvraag
Welke voorzetsels hebben een 3e of een 4e naamval?
A
an, auf, hinter, neben, in, unter, über, vor, zwischen
B
durch, für, ohne, um, bis, gegen, entlang
C
mit, nach , bei, seit, von, zu, aus
D
anhand, außerhalb, einschließlich, innerhalb, statt, während, wegen, trotz
Slide 4 - Quizvraag
Welke rijtje met lidwoorden klopt?
(1e, 3e, 4e naamval mannelijk)
A
der- den-dem
B
der- dem- der
C
der-dem-den
D
der- den- der
Slide 5 - Quizvraag
Welke rijtje met lidwoorden klopt?
(1e, 3e, 4e naamval vrouwelijk)
A
die, der, die
B
die, der, der
C
die, die, der
D
der, die, der
Slide 6 - Quizvraag
Welke rijtje met lidwoorden klopt?
(1e, 3e, 4e naamval onzijdig)
A
dem, das, die
B
dem, das, das
C
das, des, dem
D
das, dem, das
Slide 7 - Quizvraag
Welke rijtje met lidwoorden klopt?
(1e, 3e, 4e naamval meervoud)
A
die, den, der
B
die, der, den
C
der, den, die
D
die, den, die
Slide 8 - Quizvraag
Welke rijtje met persoonlijke voornaamwoorden klopt?
(1e, 3e, 4e naamval)
A
er - ihn - ihm
B
ihr - euch - sie
C
sie - ihnen - sie
D
ich - mich - mir
Slide 9 - Quizvraag
Welke rijtje met persoonlijke voornaamwoorden klopt?
(1e, 3e, 4e naamval)
A
du-dich-dir
B
du-dir-dich
C
es-ihm-ihn
D
wir-uns-wir
Slide 10 - Quizvraag
Kun je bij deze zin een vraag stellen met wo? (waar?), wann? (wanneer) of wohin? (waarheen?):
"Chris schwimmt im Schwimmbad".
A
wo?
B
wann?
C
wohin?
D
geen vraag mogelijk
Slide 11 - Quizvraag
Kun je bij deze zin een vraag stellen met wo? (waar?), wann? (wanneer) of wohin? (waarheen?):
"Tycho stellt sein Fahrrad in die Garage".
A
wo?
B
wann?
C
wohin?
D
geen vraag mogelijk
Slide 12 - Quizvraag
Kun je bij deze zin een vraag stellen met wo? (waar?), wann? (wanneer) of wohin? (waarheen?):
"Yara wartet auf den Bus".
A
wo?
B
wann?
C
wohin?
D
geen vraag mogelijk
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de juiste vertaling van:
"zwischen"
Slide 14 - Open vraag
Wat is de juiste vertaling van:
"an"
Slide 15 - Open vraag
Wat is de juiste vertaling van:
"hinter"
Slide 16 - Open vraag
Wat is de juiste vertaling van:
"neben"
Slide 17 - Open vraag
Ik beheers de stof:
A
dus nog helemaal niet, ik ben in paniek
B
van a tot z
C
met een boek erbij lukt het best
D
ik zou het niet weten, mijn moeder heeft de quiz ingevuld
Slide 18 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Keuzevoorzetsels
Mei 2021
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
V4 Hoofdstuk 2
Februari 2022
- Les met
28 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H3 21.12.2021
December 2021
- Les met
40 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
V4 11.01.2022 moeilijk met pers. vnw
Februari 2024
- Les met
45 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Vr 11-03-2022 K4.4 herhaling keuzevoorzetsels+ 7/2-regel
Maart 2022
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Keuzevoorzetsels
September 2021
- Les met
30 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Vr 11-03-2022 K4.4 herhaling keuzevoorzetsels
Maart 2022
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Keuzevoorzetsels
Juni 2019
- Les met
23 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2