Voedingsleer III - Les 4

Voedingsleer III - Les 4
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingsleerMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Voedingsleer III - Les 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
  • Terugblik vorige week
  • Doornemen weekplanning
  • Leerdoelen
  • Wat weet je nog?
  • Gezondheidseffecten van eiwitten
  • Ziektes met betrekking tot eiwitten - opdracht

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanning
  1. Allergieën en intoleranties
  2. Allergieën en intoleranties - in de praktijk
  3. Eetstoornissen
  4. Eiwitbehoefte
  5. Aerobe systeem vs anaerobe systeem (energiesystemen)
  6. Voedingsbehoefte tijdens het sporten - gastles
  7. Vervalt - oefentoets in eigen tijd
  8. Toets

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Jij:
  • Jij kunt de bouw van een eiwit beschrijven
  • Jij kunt de functies van eiwitten in het menselijk lichaam beschrijven
  • Jij kunt beschrijven van welke factoren de eiwitbehoefte afhankelijk is
  • Jij kunt benoemen wat de gevolgen zijn van een eiwittekort en eiwitoverschot
  • Jij kunt uitleggen wat de gevolgen zijn van een aminozuur deficiëntie



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog? Wat weet je al?
Klik hier!

Voer de volgende room name in: 
Vrijkorte7845

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies van eiwitten
(specifiek)

Slide 7 - Woordweb

  • Bouwstof ( Alle cellen bevatten eiwit, bijvoorbeeld spieren en organen, het zenuwstelsel, de botten en het bloed)
  • Regelprocessen (enzymwerking, afweer, hormonen, transport van bv. zuurstof, overdracht signalen)
  • Overdracht prikkels
  • Energie (4 kcal, vet 9, koolhydraat 4, alcohol 7)


Eiwitkwaliteit
  • Bepaald door hoeveelheid essentiële aminozuren en goede verteerbaarheid
  • Referentie = eiwit van een kippenei (1,0)
  • Plantaardige eiwitten lagere kwaliteit

Slide 8 - Tekstslide

Voldoende essentiële aminozuren en goede verteerbaarheid bepalen samen de  eiwitkwaliteit. 

De kwaliteit van eiwit kun je uitdrukken in een getal. Daarbij is de kwaliteit van 
eiwit van kippenei de referentie: 1,00

Plantaardige eiwitten hebben een lagere eiwitkwaliteit

Overschot aan eiwit
Geen duidelijke aanwezig dat overschot schadelijk is
  • Volwassen bovengrens = 25 energie%
  • 0-5 maanden = 10 energie%
  • 6-11 maanden = 15 energie%
  • één tot driejarigen = 20 energie%
  • Nierontwikkeling

Slide 9 - Tekstslide

  • Er zijn geen duidelijke aanwijzingen dat veel eiwit schadelijk is voor gezonde volwassenen. 
  • Uit voorzorg wordt voor volwassenen een bovengrens aangehouden van 25 energieprocent.
Dat wil zeggen dat niet meer dan een kwart van alle calorieën uit eiwit moet komen.

  • Voor de leeftijdsgroep 0-5 maanden is dit 10 energieprocent, 
  • voor de groep 6-11 maanden 15 energieprocent,
  •  en voor één tot driejarigen 20 energieprocent. 
  • Bij jonge kinderen zijn de nieren namelijk nog niet goed ontwikkeld.
Tekort aan eiwit?

Slide 10 - Woordweb

  • Op korte termijn kan een tekort aan eiwit leiden tot afbraak van spierweefsel.
  • Dat gebeurt vooral wanneer het lichaam minder energie binnenkrijgt dan het nodig heeft.
  • Op langere termijn leidt een tekort aan eiwit tot een gebrek aan spierkracht en een verminderde weerstand.
  • Bij kinderen leidt een langdurig tekort aan eiwit tot groeistoornissen (kwasiorkor). 
  • Ook zullen de spieren zich slecht ontwikkelen. Uiteindelijk kan de dood het gevolg zijn. 
  • Dit soort langdurige tekorten komen eigenlijk alleen voor in bepaalde ontwikkelingslanden. Ze gaan meestal samen met een tekort aan voedsel.
Te kort aan eiwit
  • Korte termijn: Afbraak spierweefsel
  • Lange termijn: Ook verminderde weerstand
  • Kinderen en langdurig eiwit tekort:
       Kwashiorkor

Slide 11 - Tekstslide

Kwashiorkor (ICD-10 E40) is een aandoening bij kinderen, veroorzaakt door een langdurig gebrek aan eiwitten in de voeding. Het is deze aandoening die aanleiding geeft tot het bekende beeld van kinderen met een gezwollen onderbuik en ros haar.

Kwashiorkor veroorzaakt haaruitval, oedeem, groeistilstand en gewichtsverlies.

Hongeroedeem wordt veroorzaakt door een verstoring van de waterhuishouding. 
  • Hongeroedeem treedt op bij een eiwittekort door een slechte of eenzijdige voeding. 
  • Ieder verlies van eiwit uit het bloed heeft invloed op de waterhuishouding door het wegvallen van de colloid-osmotische druk, waardoor er geen vocht meer uit de weefsels kan worden weggezogen.
  • Is het drukverschil dat tussen twee eiwitoplossingen (binnen- en buiten het bloedvat) van verschillende concentraties ontstaat ten gevolge van osmose. De vaatwand is wel doorlaatbaar voor water maar niet voor grote moleculen zoals eiwitten
  • Oedeem is een opzwelling van lichaamsdelen door vochtophoping. Het is een verschijnsel dat bij verschillende ziektes kan optreden.
  • Bij een hongeroedeem ontstaat vooral een grote vochtophoping in de buik (hongerbuikjes).
Aan de slag!
Opdracht 1 Voedingsadviezen over eiwitten:
Geef voedingsadvies over eiwitten aan de volgende groepen:
  • Vegetariërs en veganisten
  • Baby's
  • Kinderen
  • Zwangeren
  • Zieke mensen
  • Sporters (zowel kracht als duursporter)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Opdracht 2 Stofwisselingsziektes en aminozuren:
Bekijk de volgende site: Klik hier!

Onderzoek de volgende punten voor PKU en 1 ziekte naar keuze:
  1. Wat houdt zo'n ziekte in?
  2. Welke symptomen komen er voor?
  3. Welke behandeling moeten deze patiënten ondergaan?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Jij:
  • Jij kunt de bouw van een eiwit beschrijven
  • Jij kunt de functies van eiwitten in het menselijk lichaam beschrijven
  • Jij kunt beschrijven van welke factoren de eiwitbehoefte afhankelijk is
  • Jij kunt benoemen wat de gevolgen zijn van een eiwittekort en eiwitoverschot
  • Jij kunt uitleggen wat de gevolgen zijn van een aminozuur deficiëntie



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies