In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
- zegt iets over een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord of over een ander bijwoord
- geeft een tijd aan
- geeft een plaats aan
- woorden die je overhoudt als 'niet', 'al', 'wel', 'toch' etc. (prullenbak)