Fase 2, periode 4, les 3, stijlkwesties, STARTER EN GEVORDERD

Fase 2, periode 4, les 3, STARTER EN GEVORDERD
Herhaling en extra oefening

Als/dan
Die/dat, dit/deze, dat/wat
Jou/jouw - u/uw - mij/mijn - me/mijn





1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Fase 2, periode 4, les 3, STARTER EN GEVORDERD
Herhaling en extra oefening

Als/dan
Die/dat, dit/deze, dat/wat
Jou/jouw - u/uw - mij/mijn - me/mijn





Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
1) lesdoelen bespreken: wat ga je leren en doen?
* aan het eind van deze les zijn de regels rondom drie spellingscategorieën weer opgehaald
* aan het eind van deze les heb je geoefend met het toepassen van spelling in de doorgeefschrijfopdracht
* aan het eind van deze les heb je een begin gemaakt met de opdrachten van Starttaal (Studiemeter)
2) Klassikaal oefenen met de drie categorieën: zoek de fout
3) Korte samenvatting van de drie spellingscategorieën klassikaal maken
4) Doorgeefschrijfopdracht in groepen
5) Aan het werk met de opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de foute zin?
A
We hebben veel langer  als het ingeplande uur aan deze eindopdracht besteed.
B
We hebben veel langer dan  het ingeplande uur aan deze eindopdracht besteed.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de foute zin?
A
Sommige topmodellen komen voor minder als tienduizend euro hun bed niet uit.
B
Sommige topmodellen komen voor minder dan tienduizend euro hun bed niet uit.

Slide 4 - Quizvraag

Zoek de foute zin
A
Nadat zij hoorden dat Herman ook zou komen, besloten zij weg te blijven, wat ik zeer teleurstellend vond.
B
Nadat zij hoorden dat Herman ook zou komen, besloten zij weg te blijven,  dat ik zeer teleurstellend vond.

Slide 5 - Quizvraag

Zoek de foute zin
A
Dat was het gevecht wat  de toekomst van het huis Shinzou zou bepalen.
B
Dat was het gevecht dat de toekomst van het huis Shinzou zou bepalen.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de foute zin?
A
 U probleem hoor ik voor het eerst, dus ik kan u nog even niet helpen.
B
Uw  probleem hoor ik voor het eerst, dus ik kan u nog even niet helpen.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de foute zin?
A
Dit is allemaal  jou schuld!
B
Dit is allemaal jouw  schuld!

Slide 8 - Quizvraag

Samenvattingen maken met elkaar

Slide 9 - Tekstslide

Welke regels horen er bij de spellingscategorie als/dan?

Je mag ook een goede voorbeeldzin geven, als je de regels bent vergeten

Slide 10 - Open vraag

Welke regels horen er bij de verwijzingswoorden: die of dat, dit of deze, dat of wat?
Wanneer gebruik je die/ dat, dat/wat en dit/deze?

Je mag ook een goede voorbeeldzin geven als je de regel niet meer weet

Slide 11 - Open vraag

Wanneer schrijf je jou of jouw - u of uw - mij of mijn - me of mijn?

Je mag ook een goede voorbeeldzin geven als je de regel niet meer weet

Slide 12 - Open vraag

Doorgeefopdracht 
- Maak groepen van 3/4 personen
- Jullie krijgen allemaal 1 vel papier
- Hier staat een opdracht op die je als groep moet uitvoeren
- Iedereen schrijft individueel steeds twee nieuwe regels van het verhaal, onder de regels die je buurman-vrouw heeft opgeschreven

Doorgeefopdracht
Maak met elkaar een kettingverhaal door aan onderstaande zin en de vervolgzinnen van je buurman/buurvrouw, steeds twee nieuwe zinnen toe te voegen.

Zuchtend loopt Marieke naar de voordeur.




Slide 13 - Tekstslide

Aan het werk
3F--> taalverzorging--> stijlkwesties--> Als/dan--> opdracht 4, 5
3F--> taalverzorging--> stijlkwesties--> Die/dat, dit/deze, dat/wat-->opdracht 4, 5
3F--> taalverzorging--> stijlkwesties-->Jou/jouw - u/uw - mij/mijn - me/mijn-->opdracht 4, 5 




Slide 14 - Tekstslide