Spelling blok 6, week 1, les 2

• Spelling
• Basisschool
• Groep 5

Spelling

blok 6

week 1

les 2

Je leert de voltooide tijd herkennen

Welke categorieën horen er bij het woord:
's avonds

1. komma-s-woord en langermaakwoord
2. komma-s-woord, langermaakwoord en klankgroepenwoord
3. komma-s-woord ,langermaakwoord en luchtwoord

Welke categorieën horen er bij het woord:
de inenting

1. Klankgroepenwoord en zingwoord
2. zingwoord en langermaakwoord
3. Klankgroepenwoord en langermaakwoord

Welke categorieën horen er bij het woord:
het gewrichtje

1. verkleinwoord en luchtwoord
2. Verkleinwoord en voorvoegsel
3. Voorvoegsel, luchtwoord en verkleinwoord

Welke categorieën horen er bij het woord:
de groeispurt

1. aai-ooi-oei
2. aai-ooi-oei en langermaakwoord
3. langermaakwoord
4. luchtwoord

Welke categorieën horen er bij het woord:
het voorbeeld

1. eer-oor-eur
2. eer-oor-eur en voorvoegsel
3. eer-oor-eur en langermaakwoord

Schrijf het klankgroepenwoord

Schrijf het klankgroepenwoord

Tegenwoordige tijd

Verleden tijd

Wij aten van de taart.

Ik schud het pak met sap.

Mijn moeder ontmoet mijn vriend.

Wij bleven netjes zitten/

De voltooide tijd

Het is klaar

voltooid

dus voltooide tijd

2 werkwoorden

Wat is de voltooide tijd in de zin:
Ik ben op vakantie geweest.

Wat is de voltooide tijd in de zin:
We zijn naar Frankrijk gegaan.

Wat is de voltooide tijd in de zin:
Daar hebben we gekampeerd.

Wat is de voltooide tijd in de zin:
Ik heb daar vrienden gemaakt.

Tijd voor het dictee

Schrijf het woord

het reuzenrad

Schrijf het woord

de zweefmolen

Schrijf het woord

de burcht

Schrijf het woord

de zilvermeeuwen

Schrijf het woord

zij cirkelen

Schrijf het woord

de salto's

Schrijf de zin

De botsauto kwam maar traag in beweging.