Klantcontact basis week 8 Zakelijk telefoneren 3 PRAKTIJK

Telefoneren 3
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Klantcontact BasisMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Telefoneren 3

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling en oefening Zakelijk telefoneren

Slide 2 - Tekstslide

Leervragen
- Welke 4 fasen heeft een telefoongesprek?
- Hoe neem je de telefoon op als je bij een bedrijf werkt?
- Hoe sluit je een telefoongesprek af?
- Hoe spel je jouw voor- en achternaam met het behulp van het telefoonalfabet?
- Wat noteer je op een telefoonnotitie?
- Hoe noteer je telefoonnummers?

Slide 3 - Tekstslide

Telefoonalfabet
OEFENINGEN:
1.  Spel de naam van je docenten met het telefoonalfabet.
2. Spel de namen die de docent voorleest of bord het schrijft.

Slide 4 - Tekstslide

Naam en telefoonnummer noteren
Het is belangrijk dat je altijd de naam en het telefoonnummer noteert van degene die belt. 

Mocht het nodig zijn, dan kun je terugbellen en naar de juiste persoon vragen.
We gaan dit even oefenen.
Opmerking: spreek 7 uit als zeuven. 

Slide 5 - Tekstslide

Telefoonnotitie
Wat noteer je op een telefoonnotitie.
Noem minimaal 6 gegevens.

Slide 6 - Tekstslide

Tips: Telefoonnotitie
Welke tips zou jij geven aan iemand die voor het eerst een telefoonnotitie moet maken tijdens een zakelijke telefoongesprek?

Slide 7 - Tekstslide

Telefoonnotitie maken
Situatie: Vakantiepark Amerijck

Luister naar het telefoongesprek dat de docenten voeren.  
Maak een telefoonnotitie van het gesprek.


Slide 8 - Tekstslide

Fases in een inkomend telefoongesprek
Welke 4 fases zijn dat?

Slide 9 - Tekstslide

4 fasen
  1. Begroeten
  2. Aanspreken 
  3. Dienst verlenen
  4. Afsluiten

Zie PowerPoint OMIX  bij dag 7

Slide 10 - Tekstslide

1. Begroeten
Met welke tekst neem je de telefoon op als je bij Vakantiepark Amerijck werkt? 

Slide 11 - Tekstslide

Goedemorgen, Vakantiepark Amerijck, met....
waarmee kan ik u helpen?

Slide 12 - Tekstslide

2. Aanspreken
Nadat de beller zijn naam en eventueel bedrijf heeft genoemd, neem jij het gesprek weer over.
Wat zeg je dan?

Slide 13 - Tekstslide

3. Dienst verlenen
Je helpt de klant door zijn vraag te beantwoorden, zijn probleem op te lossen, zijn klacht aan te horen enz.
Je noteert de benodigde gegevens en bespreekt de eventuele gevolgstappen

Slide 14 - Tekstslide

Telefoonnummers noteren: ALTIJD 10 CIJFERS. 
Nederland: Een veelgebruikte methode is het noteren van telefoonnummers met alleen spaties ( dus geen streepjes) Noteer in groepjes cijfers 
(2 2 2 2 2 =10.) Een mobiel nummer noteer je dus zo:
06 12 34 56 78. 

Heeft iemand nog een vaste telefoon? Dat start met een netnummer en daarna een abonneenummer: 070  356 12 20.  (3 3 2 2 =10)
Heeft het netnummer 4 cijfers, dan noteer je het zo (4 3 3 =10):
0123 456 789


Slide 15 - Tekstslide

Afsluiten
Hoe sluit je het gesprek af?

Slide 16 - Tekstslide

Afsluiten met:
Ik wens u een fijne dag verder. 
Dag of tot ziens  meneer/mevrouw + achternaam
( formeel: geen voornaam erbij)
NOOIT: doei

Slide 17 - Tekstslide

Oefenen
Oefen in groepjes van 3 de telefoongesprekken. 
Verander van rol na elk gesprek:
- beller
- receptionist
- observator die feedback geeft

De situatie is Vakantiepark Amerijck.

Slide 18 - Tekstslide

Afronding
- Maak de leervragen
- Maak de portfolio-opdracht voor het CGI

Slide 19 - Tekstslide