HAVO 4 Staatsvorming en Centralisatie

De tijd van Steden en Staten (deel II )
4.3. Centralisatie en Staatsvorming
4.4. Kerk en Staat 
4.5. Europa buiten haar eigen Grenzen
zie filmpje over deze paragrafen 
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?
1.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

De tijd van Steden en Staten (deel II )
4.3. Centralisatie en Staatsvorming
4.4. Kerk en Staat 
4.5. Europa buiten haar eigen Grenzen
zie filmpje over deze paragrafen 
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?
1.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is waar? Door staatsvorming en centralisatie is
(kies uit de onderstaande gevolgen de juiste.)
2.
A
Nam de macht van de adel toe
B
Nam de macht van de adel af
C
Nam de macht van de steden toe
D
nam de macht van de koning af

Slide 2 - Quizvraag

Par. 4.3. Staatsvorming en Centralisatie
Het Begin van Staatsvorming en Centralisatie =
Is het ontstaan van landen (naties) bestuurd als een zelfstandige staat, met eigen wetten, regels, cultuur en bestuursvorm.

1. In Frankrijk en Engeland wordt de macht gedurende de late middeleeuwen steeds meer naar 1 punt toe getrokken; Het hof van de Koning, of Parlement; = Centralisatie
De koning en het Parlement krijgen steeds meer Soevereiniteit = hoogste macht.
2. Dit komt omdat de koning in deze landen steeds beter in staat is de macht en invloed naar 1 punt te verzamelen. (Parlement, Staten generaal, het hof) Hierdoor krijgt hij  meer zeggenschap over; wetgeving, rechtspraak,, het leger en vooral de belastingen in zijn land. 
3. Dit is het begin van Staatsvorming; = Een land wordt via wetten en regels steeds meer een politieke en culturele  eenheid. Deze ontwikkeling noemen we Centralisatie = alle bestuurlijke macht naar 1 punt. Deze ontwikkeling gaat ten koste van de macht van de adel en steden.


Bekijk dit filmpje over Centralisatie der Nederlanden, onder Filips de Goede van Bourgondië tot 3.30 minuten.
3.

Slide 3 - Tekstslide

Centralisatie Oorzaken:
  1.  . toename belang Geldeconomie:               
  • voor het leger moet je soldaten huren
      belastingen = macht
  • toename macht Parlement 
     alle 3 de standen worden  vertegenwoordigt
     in de Staten Generaal = op 1 punt.


   2.  Bestaan van de Standenmaatschappij:
                         
  • Koning en steden proberen de adel In toom te houden.
  •  Steden betalen Belasting, 
  • Belasting betaalt leger. Het leger geeft Koning macht en die  beschermt hen voor adel.
  • Alle standen = Koning, Adel, geestelijkheid en  Burgers zijn vertegenwoordigd in Parlement = macht op 1 punt. .
 Begrippen:
Centralisatie, staatsvorming, huursoldaten, parlement, standen, geestelijkheid, Staten-Generaal.

4.

Slide 4 - Tekstslide

De Gevolgen in de late middeleeuwen voor drie 
landen:

1. Frankrijk. centralisatie en staatsvorming onder 1 koning en parlement.
De Fransen voelen zich een onder koning en kerk. 
Het parlement verliest aan macht. Koning wint macht

2. Duitsland decentralisati 
en ontstaan losse staatjes.
de keizer verliest macht t.k.v. adel en steden. 
3 Nederlanden
Centralisatie en toename macht Parlement
maar geen staatsvorming
gewesten blijven onafhankelijk in rechten en cultuur.

5.

Slide 5 - Tekstslide

2

Slide 6 - Video

00:45
Het feodale stelsel had als grootste nadeel voor de koning:
6.
A
De adel beschouwde het geleende land als hun eigen land en luisterden niet naar de koning
B
De adel vocht niet voor de koning, als deze hierom vroeg, maar alleen voor zichzelf.
C
De adel bestuurde het geleende land niet goed en liet dit verslonzen
D
De adel en de steden maakten zoveel ruzie dat de koning steeds meer moest optreden als scheidsrechter.

Slide 7 - Quizvraag

02:10
Waarom was belasting voor de koning erg belangrijk om Centralisatie voor elkaar te krijgen.
7.

Slide 8 - Open vraag

1. a. Wat is geen kenmerk van staatsvorming en centralisatie?

8.
A
Centraal bestuur vanuit hoofdstad, met een Parlement of Statengeneraal als plek waar de drie standen elkaar ontmoeten.
B
Meer macht voor de vorst, als gevolg van de verzameling van invloed over belasting, leger en rechtspraak op 1 plek.
C
Minder macht voor de adel en kerk, als gevolg van de stijgende invloed van steden, handel en belastingen op het bestuur in een land.
D
Meer macht voor de burgers, als gevolg van het toegenomen belang van de staten generaal en parlement, waar alle drie standen samenkomen.

Slide 9 - Quizvraag

9.

Slide 10 - Tekstslide

10.

Slide 11 - Tekstslide

Par. 4.4. de strijd tussen Kerk en Staat
(De Duitse Keizer Hendrik IV doet Boete bij de Paus in Canossa in Italie )
Wie is de baas? de wereldlijke of Geestelijke macht. a. Wie krijgt de meeste invloed op het bestuur in een gebied; de Paus of de keizer. 
11.

Slide 12 - Tekstslide

12

Slide 13 - Tekstslide

Bekijk het filmpje hiernaast over de strijd tussen kerk en staat:
"De Investituurstrijd over het Primaat". Dit speelde vooral in Frankrijk en vooral het Heilige Roomse rijk (Duitsland). 
13

Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten bij par. 4.4. lees de tekst en bekijk het filmpje op dia 12 en 13 maak dan deze opdrachten..
14.

Slide 15 - Tekstslide

Par 4.5. De Christelijke Expansie buiten Europa
Europa treedt voor het eerst buiten haar continent door kruistochten naar het Midden Oosten.
16

Slide 16 - Tekstslide

Netflix heeft prachtige series over de kruistochten gemaakt :  hierover , Knightfall "
17

Slide 17 - Tekstslide

Netflix serie Marco Polo De wereld in de 13e eeuw, Europa vergaapt zich aan de Chinese rijkdom en macht.
18

Slide 18 - Tekstslide

Lees de tekst uit dia 14 en 15 en bekijk de filmpjes,
maak de vragen in de dia 16
19

Slide 19 - Tekstslide