Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
4H U1 P3 - Interrogative Pronouns
Interrogative pronouns
Interrogative pronouns zijn 'vragende voornaamwoorden' die alleen in vraagzinnen gebruikt worden
Who / Whose / Whom / What / Which /
Why
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Interrogative pronouns
Interrogative pronouns zijn 'vragende voornaamwoorden' die alleen in vraagzinnen gebruikt worden
Who / Whose / Whom / What / Which /
Why
Slide 1 - Tekstslide
Who-Whose-Whom
Personen= who
Van wie, bezit= whose
Na voorzetsel (to, from, with, etc). = whom
Who is that man?
Whose laptop is this?
With
whom did you go to school?
That is the person
to
whom I sold my car.
Slide 2 - Tekstslide
WHAT/ WHICH
What: keuze uit enorm veel of onbeperkt
Which: de keuze is beperkt
What countries would you like to visit?
Which countries have you visited?
Slide 3 - Tekstslide
WHERE/WHEN
Where: verwijst alleen naar een plaats
When: verwijst naar tijd. When --> then
Slide 4 - Tekstslide
LET OP:
Het Nederlands werkt anders dan het Engels!
Where
gebruik je alleen bij een
specifieke
plek.
Het Nederlands is vrijer: "Waar kijk je naar?"
In English:
what
are you looking at? (want veel keuze),
niet
Where
are you looking at?
Slide 5 - Tekstslide
Choose the correct interrogative pronoun.
____ is that strange girl?
A
When
B
Who
C
Which
D
Why
Slide 6 - Quizvraag
Choose the correct interrogative pronoun.
____ is the nearest supermarket?
A
Why
B
When
C
Where
D
Who
Slide 7 - Quizvraag
Choose the correct interrogative pronoun:
________ car do you want?
A
Who
B
Which
C
What
D
Why
Slide 8 - Quizvraag
Choose the correct interrogative pronoun:
_______ are you doing today?
A
Why
B
Which
C
When
D
How
Slide 9 - Quizvraag
Choose the correct interrogative pronoun:
_________ shoes are these?
A
Why
B
Whose
C
How
D
Where
Slide 10 - Quizvraag
Choose the correct interrogative pronoun:
To __________ are you writing this letter?
A
who
B
whose
C
where
D
whom
Slide 11 - Quizvraag
Fill in the blanks with an interrogative pronoun
_____________ of these movies have you seen?
A
whom
B
what
C
which
D
whose
Slide 12 - Quizvraag
Complete the following sentences using the correct interrogative pronouns.
____________ is knocking at the door?
A
who
B
whose
Slide 13 - Quizvraag
Fill in the blanks with an interrogative pronoun
____________ would you prefer, candy or chocolate?
A
who
B
whom
C
which
D
What
Slide 14 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
4H U1 P3 - Interrogative Pronouns
September 2023
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
4H U1 P3 - Interrogative Pronouns
December 2023
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
4H U1 P3 - Interrogative Pronouns
September 2024
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
4H U1 P3 - Interrogative Pronouns
Mei 2024
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
4H U1 P3 - Interrogative Pronouns (naast PPT)
September 2024
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
unit 1 lesson 3 interogative pronoun
September 2024
- Les met
13 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
unit 1 lesson 3 interogative pronoun
November 2022
- Les met
13 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
unit 1 lesson 3 interogative pronoun
September 2024
- Les met
13 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4