11. 14 okt: Mening en argument met boeken (1c + 7)

Op tafel:
  • laptop
  • map
  • pen
  • Oefenboek
Welkom havo 3
timer
10:00
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
Starten met 10 minuten NUMO

Inlog vergeten?
gebruikersnaam: leerlingnummer: 123456
wachtwoord: j123456
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Op tafel:
  • laptop
  • map
  • pen
  • Oefenboek
Welkom havo 3
timer
10:00
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
Starten met 10 minuten NUMO

Inlog vergeten?
gebruikersnaam: leerlingnummer: 123456
wachtwoord: j123456

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag maandag 14 oktober: 
  • Numo: al gedaan
  • C: Startopdracht
  • Huiswerk nakijken
  • Verder met argumentatie
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht
Straks lees je een tekst.
Deze tekst bevat geen signaalwoorden.
Opdracht: Voeg zelf signaalwoorden toe, zodat de tekst beter te lezen is. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: Voeg zelf signaalwoorden toe op de plaatsen van de pijlen.
timer
4:00
Kies uit de volgende woorden:
- als
- omdat
- hoewel
- onder andere
- voordat
- ook

Slide 4 - Tekstslide

Is het te moeilijke? 
Geef leerlingen keuze uit signaalwoorden (er blijven er twee over): 
- als
- omdat
- hoewel 
- onder andere
- voordat
- ook

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet een krul of verbeter je antwoorden:

Slide 6 - Tekstslide

havo
Begrippen (les 7):
Een mening is een standpunt, iets wat jij vindt.
Met een argument probeer je je standpunt/mening te onderbouwen.
Oordeel = standpunt/mening + argument
Oordelen met meerdere argumenten staan sterker.
Tekstsoort > waarderende tekst
Feitelijke argumenten: argument dat waar is; je kunt het controleren. 
Voorbeeld: Barbie is een film, waarin de realiteit vergeleken wordt met de Barbiewereld. 
Niet-feitelijke argumenten: argumenten die gebaseerd zijn op meningen en meningen gelden niet voor iedereen. 
Voorbeeld: Barbie is een fantastische film, want iedereen hield er vroeger van om met barbies te spelen. Daardoor voel je de herkenning in de film. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Zo een filmpje
Schrijf op: 
  • Wat is het standpunt? 
  • Wat zijn de argumenten? 
  • Zijn deze argumenten feitelijk of niet-feitelijk? 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boeken (extra Nederlands)
  • Dansen tussen golven traangas
  • Vallen
  • The hate u give

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het standpunt en argument?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke argumenten worden door de schrijfster gebruikt? Zijn deze argumenten feitelijk of niet-feitelijk?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

"Dit boek moet je lezen, want er zitten personages in met wie iedereen zich kan identificeren. Juist door alle universele problemen van jongeren kan iedereen dit boek lezen."
Niet-feitelijk: Je kunt niet controleren of iedereen zich aangesproken voelt tot het thema en zich kan inleven in de personages.  

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het standpunt en argument?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke argumenten worden door de presentator gebruikt? Zijn deze argumenten feitelijk of niet-feitelijk?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

"Het is een intrigerende roman, waarbij racisme en rechtsextremisme een thema vormen."
Feitelijk: want je kunt opzoeken of racisme en rechtsextremisme thema's in het boek zijn. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het standpunt en argument?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke argumenten worden door de presentator gebruikt? Zijn deze argumenten feitelijk of niet-feitelijk?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

"Wat ik goed vond, is dat het een realistisch beeld geeft van hoe de werkelijkheid is. Het is een actueel thema en super ingrijpend."
actueel thema > feitelijk: Je kunt opzoeken of het nu populair is om realistische boeken te schrijven. 
super ingrijpend > niet-feitelijk: het is een mening. 




Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Oefenboek pg 15
Opdracht 5 en 6

Klaar?
Lees de tekst 'Hebben influencers wel een goede invloed op onze puberzoon?' op pg 16.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit les 7
  • mening 
  • standpunt
  • argument
  • waarderende tekst
  • beargumenteren
  • feitelijke en niet-feitelijk argumenten

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies