Op de eerste dag bereikt de slak een hoogte van vijf meter, en hij glijdt ’s nachts weer 4 meter naar beneden. Dus eindigt hij op een hoogte van 1 meter.
De tweede dag bereikt hij de 6 meter, maar hij glijdt terug naar de 2 meter.
De derde dag bereikt hij de 7 meter, maar glijdt terug naar de 3 meter.
De vijftiende dag bereikt hij de 19 meter, maar glijdt terug naar de 15 meter.
De zestiende dag bereikt hij de 20 meter, dus nu is hij aan de rand van de put gekomen!
Conclusie: De slak bereikt de bovenrand van de put op de zestiende dag!…