collectieve goederen, die niet via de markt verhandeld kunnen worden omdat er geen individueel prijskaartje aan hangt (vb. dijken en rechtspraak)
Slide 4 - Tekstslide
Asymmetrische informatie
Asymmetrische informatie: Wanneer de ene partij meer informatie heeft dan de andere partij
Gevolg: hoge transactiekosten
voor bijvoorbeeld een keuring
Slide 5 - Tekstslide
Averechtse selectie
Averechtse selectie: Mensen met een hoog risico op schade verzekeren zich en mensen met een laag risico niet waardoor de kosten voor de verzekeraar oplopen. Wat tot hogere premies leidt.
Verzekeraars kunnen hun verzekeringen alleen in stand houden als zij ook inkomsten ontvangen van mensen met een laag risico op schade!
Slide 6 - Tekstslide
Collectieve goederen
Niet-uitsluitbaar
Niet-rivaliserend (producten blijven beschikbaar)
Bij allocatie door de markt zouden er geen collectieve goederen tot stand komen.
Aanbod van collectieve goederen door de overheid waarbij iedereen gedwongen meebetaalt. (belasting)
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Externe effecten, overheidsingrijpen
Extern effect:
effect als gevolg van
productie en consumptie --> Niet bij de prijs inbegrepen.
Negatieve externe effecten &
positieve externe effecten
Slide 9 - Tekstslide
Internaliseren
Externe effect wordt in de prijs meegenomen.
Kan met of zonder bemoeienis van de overheid.
Slide 10 - Tekstslide
Negatieve externe effecten
Opleggen van een heffing.
Aanbodlijn verandert. --> aanbodlijn naar maatschappelijke aanbodlijn.
De vervuiler betaalt en wordt ontmoedigd.
Slide 11 - Tekstslide
Positieve externe effecten
Aanbieders krijgen subsidie bij het produceren.
Welke lijn verschuift er als de consument een subsidie krijgt bij de aankoop? En welke kant op