voorbereiding toets chap 1 en 2

Voorbereiding toets 1/2
Vocabulaire
grammatica
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voorbereiding toets 1/2
Vocabulaire
grammatica

Slide 1 - Tekstslide

Quel est ton domicile actuel?
domicile actuel=
A
geboorteplaats
B
huidige woonplaats

Slide 2 - Quizvraag

Le chien adore sauter dans la rivière.
sauter=
A
lopen
B
springen
C
zwemmen
D
rennen

Slide 3 - Quizvraag

Je regarde sur l'écran.
l'écran=
A
het scherm
B
de tv
C
het bord
D
de bladzijde

Slide 4 - Quizvraag

ma chambre est au rez-de-chaussée.
rez-de-chaussée=

Slide 5 - Open vraag

J'aime beaucoup les animaux.
les animaux=

Slide 6 - Open vraag

Cette question est facile.
facile=

Slide 7 - Open vraag

j'habite en face du supermarché.
en face de=

Slide 8 - Open vraag

à gauche de l'hôtel, il y a une boulangerie.
à gauche de =

Slide 9 - Open vraag

c'est possible?=

Slide 10 - Open vraag

vous êtes
elles sont
ils sont
nous sommes
on est
wij zijn
zij zijn
(vrl. mv.)
zij zijn
(mnl. mv.)
jullie zijn
men is /
wij zijn

Slide 11 - Sleepvraag

(être) Madame, vous .... prof de maths?
A
avez
B
est
C
sommes
D
êtes

Slide 12 - Quizvraag

Tu as une belle chambre? Oui, ... ....une chambre super!
A
elle a
B
tu as
C
je suis
D
j'ai

Slide 13 - Quizvraag

Le jardin est joli? Oui, .... est joli
A
il est
B
elle est

Slide 14 - Quizvraag

(être)Damien et Emile sont à Serris?
Oui, .... sont à Serris.
A
nous sommes
B
il est
C
ils sont
D
elles sont

Slide 15 - Quizvraag

Avoir
j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
ai
as
a
avons
avez
ont

Slide 16 - Sleepvraag

Sophie (heeft) une tortue?
(alleen het antwoord)

Slide 17 - Open vraag

Mes parents (hebben) ... 2 voitures

Slide 18 - Open vraag

Clarisse (heeft) une petite soeur?

Slide 19 - Open vraag

Schrijf in letters;
48

Slide 20 - Open vraag

50=

Slide 21 - Open vraag

33=

Slide 22 - Open vraag

21=

Slide 23 - Open vraag

Vertaal;
Waar is dat?

Slide 24 - Open vraag

Vertaal;
Wie is dat?

Slide 25 - Open vraag

Tu aimes le français?
Natuurlijk! =

Slide 26 - Open vraag

Mijn vader=

Slide 27 - Open vraag

Je komt een Franse jongen tegen van je eigen leeftijd. Hoe begroet je hem?

Slide 28 - Open vraag

Hoe vraag je hem of hij Fransman is?

Slide 29 - Open vraag

Gefeliciteerd!

Slide 30 - Open vraag

Bonne chance! 

Slide 31 - Tekstslide