Les over IQ, auditief, verslaafd, asielzoekers

De vitale begeleider
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De vitale begeleider

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling vorige week

Slide 2 - Tekstslide

waar staat LVG voor?
A
Lichamelijk & Verstandelijk Beperkt
B
Licht Verstandelijk Gehandicapt
C
Licht Verstandelijk Geheugentekort

Slide 3 - Quizvraag

Vanaf welk IQ spreken we van een verstandelijke beperking?
A
IQ tussen 90 en 100
B
IQ tussen 100 en 110
C
IQ tussen 80 en 100
D
IQ lager dan 75

Slide 4 - Quizvraag

Het IQ
We spreken van een verstandelijke beperking als het IQ tussen 70 a 75 is en als de persoon in kwestie daarnaast ook beperkt is in praktische vaardigheden, conceptuele vaardigheden en/of sociale vaardigheden. 

Bij een IQ score van boven de 70 maar tot 85, spreken we van zwakbegaafdheid.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een mogelijke valkuil voor de docent die lesgeeft aan mensen met een lichte verstandelijke beperking?
A
je kunt ze overschatten doordat je aan de buitenkant weinig ziet
B
Je blijft het maar uitleggen.
C
ze doen ook vaak alsof ze je niet begrijpen
D
Je kunt ze onderschatten doordat je aan de buitenkant weinig ziet

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een auditieve beperking?
A
slecht ziend
B
slecht horend
C
slecht lopend
D
slecht pratend

Slide 7 - Quizvraag

Hoe kun je het beste de aandacht vragen van iemand met een auditieve beperking?
A
Harde fluit gebruiken
B
Op de schouder tikken
C
Lamp aan en uit doen
D
pittenzak naar ze toe gooien

Slide 8 - Quizvraag

Er moet sprake zijn van lijdensdruk, en disfunctioneren op sociaal gebied en arbeidsmatig gebied en afhankelijkheid van een middel. Wat is hier aan de hand?
A
Autisme
B
Verslaafdheid
C
ADHD
D
Dyslexie

Slide 9 - Quizvraag

Verslaafden 
Verslaafd betekent: afhankelijkheid van een middel. 

Er moet sprake zijn van lijdensdruk en disfunctioneren op sociaal gebied, arbeidsmatig gebied en of op het gebied van studie en opleiding. 

Gokken, hardlopen, seks, gamen, brandstichten of stelen. 


Slide 10 - Tekstslide

Noem een kenmerk van verslaafdheid

Slide 11 - Woordweb

kenmerken 
zenuwachtig, rusteloos en gejaagd gedrag
 
achterdochtig en soms sociaal teruggetrokken

somber, depressief 

vergeetachtig 

Slide 12 - Tekstslide

Asielzoekerscentrum 

Een plek waar je als VB'er misschien wel aan de slag kunt! 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Trauma
Een trauma kan ontstaan wanneer iemand één of meerdere schokkende gebeurtenissen meemaakt, zoals een ernstig verkeersongeluk, een brand, het overlijden van een belangrijk persoon, seksueel misbruik of geweld. Een trauma ontstaat doordat de gebeurtenis(sen) niet goed verwerkt worden, geen plekje kunnen krijgen.

Slide 15 - Tekstslide

Wat zijn trauma's en wat zouden die met asielzoekers te maken kunnen hebben?

Slide 16 - Woordweb

Trauma, ander land, andere cultuur, andere taal.. 
Moeite hebben met jezelf verwoorden
Een hele moeilijke taal moeten leren
Eigen land/cultuur missen
Veel geweld en agressie meegemaakt 
Bang/ angstig zijn 



Slide 17 - Tekstslide

Waarom moet je als VB'er rekening houden met de trauma's, wat kan er gebeuren dan tijdens een les handvaardigheid of sport?

Slide 18 - Woordweb

Waarom heeft lang niet elke asielzoeker een goede gezondheid?

Slide 19 - Woordweb


A

Slide 20 - Quizvraag

Stukje herhaling over voeding
Stel je werkt in een asielzoekerscentrum met overwegend gezonde mensen en je organiseert een sponsor hardloopwedstrijd. 


De kok komt bij jou en vraagt je wat hij voor eten klaar moet moet maken voor, tijdens en na het evenement. 

Slide 21 - Tekstslide

Welke macronutriënt zal er VOOR de wedstrijd vooral gegeten moeten worden?
A
koolhydraat
B
eiwit
C
vet
D
alcohol

Slide 22 - Quizvraag

Welke macronutriënt zal er TIJDENS de rust van de training gegeten moeten worden?
A
koolhydraat
B
eiwit
C
vet
D
alcohol

Slide 23 - Quizvraag

Welke macronutriënt zal er NA de training gegeten moeten worden?
A
koolhydraat
B
eiwit
C
vet
D
alcohol

Slide 24 - Quizvraag

Wanneer moet VET worden gegeten dan?
A
als aan de eiwit en koolhydraat behoefte is voldaan
B
alleen in de avond voor het slapen gaan
C
in de ochtend
D
in de pauze van de sporttraining

Slide 25 - Quizvraag

Vet
Pas wanneer aan de behoefte aan koolhydraten en eiwit voldaan is, moeten sporters proberen om voldoende vet te eten voor het functioneren van het lichaam en het herstel van de energievoorraden

Slide 26 - Tekstslide

De wedstrijd is voorbij
De kok vraagt jou, wat er vanavond gegeten moet worden aangezien jij aangaf dat er meer eiwit nodig is na en sportwedstrijd.  

Slide 27 - Tekstslide

Noem 3 producten waar veel eiwit in zit

Slide 28 - Woordweb