Deviant op weg naar 1F thema 4 spelling en grammatica deel 1

Nederlands

spelling en grammatica
Voorzetsels + herhaling
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

spelling en grammatica
Voorzetsels + herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Aan het einde van deze les:

Weet je wat voorzetsels zijn.

Kun je het zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en voorzetsels benoemen.






Slide 2 - Tekstslide

Woordsoorten
- welke woordsoorten hebben we al gehad?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

In de mooie tuin ligt een klein egeltje.

wat zijn de z.nw
A
de + een
B
tuin + egeltje
C
Mooie + klein

Slide 7 - Quizvraag

In de mooie tuin ligt een klein egeltje.

wat zijn de bijvoegelijke naamwoorden
A
de + een
B
tuin + egeltje
C
Mooie + klein

Slide 8 - Quizvraag

Samenvatten
Een voorzetsel geeft aan waar iets gebeurd:
Bijvoorbeeld: in, op onder, naast

In de kast
Op de kast 
Onder de kast
Naast de kast

Slide 9 - Tekstslide

Samenvatten
Een voorzetsel geeft aan wanneer iets gebeurd
Bijvoorbeeld: tijdens, na, voor, van

Tijdens het feest
Na het feest
Voor het feest
Van het feest

Slide 10 - Tekstslide

Even oefenen
Je krijgt een werkblad.

omcirkel het zelfstandig naamwoord
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Even oefenen
Je krijgt een werkblad.

onderstreep het bijvoegelijk naamwoord
timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

Sleep het juiste voorzetsel naar de open plaats.
Ben kan heel erg opzien                            sollicitatiegespekken.
__________
tegen
met
voor
aan
onder
boven
naar

Slide 13 - Sleepvraag

Sleep het juiste voorzetsel naar de open plaats.
Mijn baas heeft veel aandacht                            de vaste klanten.
__________
tegen
met
voor
aan
onder
boven
naar

Slide 14 - Sleepvraag

Sleep het juiste voorzetsel naar de open plaats.
Christel ergert zich vaak                           haar zusje.
__________
tegen
met
voor
aan
onder
boven
naar

Slide 15 - Sleepvraag

Maken
Gynzy
oefenen "voorzetsels"
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide