KOM middag - Communicatie

COMMUNICATIE
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 1.5 min

Onderdelen in deze les

COMMUNICATIE

Slide 1 - Tekstslide

Voorstellen
Kort rondje voorstellen

Planning KOM middag
12.30 - 13.15 Communicatie
13.15 - 14.00 STERKplaats
14.00 - 14.15 pauze in het OLC
14.15 - 15.00 Ontwikkelingspsychologie

Slide 2 - Tekstslide

Leerjaar 1
Periode 1 - 2 klokuren
Periode 2 - 2,5 klokuren
Periode 3 - 2,5 klokuren
Periode 4 - 2,5 klokuren


Leerjaar 2
Periode 5 - 1 klokuur
Periode 6 - 1 klokuur
Periode 7 - 1 klokuur
Periode 8 - Niet

Slide 3 - Tekstslide

Onderwerp
Thema 1 Communicatie | Hoofdstuk 1 Aspecten van communicatie

1.1 Inleiding
1.2 Communicatie en interactie
1.3 Soorten communicatie


Slide 4 - Tekstslide

Doel
Je leert wat het belang is van communicatie in je werk. 




Slide 5 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij
communicatie?

Slide 6 - Woordweb

Theorieboek + licentie
Klascode
KOM klas - code

In de eerste les ga jij jezelf koppelen aan de klascode, zo kunnen we jou het hele jaar volgen.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is communicatie?
Communicatie is het overbrengen van informatie van de een naar de ander.

Bij communicatie gaat het altijd om het uitwisselen van woorden en signalen tussen mensen. Dat kan rechtstreeks, maar steeds vaker gebruiken we hulpmiddelen als teams, app, e-mail, internet etc.

Slide 8 - Tekstslide

De beroepskracht MZ luistert aandachtig naar een cliënt die vertelt over zijn thuissituatie.

Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

De praktijkopleider geeft feedback aan de stagiaire die onderuitgezakt zit en boos kijkt.

Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

De praktijkopleider maakt middels een gebaar duidelijk dat de student nog even moet wachten op de gang.
Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

De docent chat een student via MS Teams dat zij een onvoldoende heeft voor haar toets.

Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

"Je kunt niet niet communiceren"

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Dirk zegt tegen collega Eva: 'Ik ga zo meneer Driesen helpen. Help jij mevr. Reus?'


Wie is de zender? Wie is de ontvanger? Wat is de boodschap?

Slide 15 - Tekstslide

Interactie
Is een ander woord voor wisselwerking, wederzijdse beïnvloeding.

Bij interactie reageert de een op de ander en gaan boodschappen heen en weer.

Slide 16 - Tekstslide

Medium
Communicatie kan direct plaatsvinden tussen twee mensen, maar communicatie kan ook indirect plaatsvinden. Er is dan sprake van een medium.

Een medium is een informatiedrager die zorgt voor de overdracht van de boodschap.

Wat zijn voordelen? Wat zijn nadelen?

Slide 17 - Tekstslide

Feedback
Feedback is het terugkoppelen van informatie van de ene persoon naar de andere, waarbij duidelijk gemaakt wordt hoe de boodschap (of het gedrag) van de een op de ander overkomt. 

Mondelinge communicatie zonder feedback stopt vrijwel meteen. Als zender heb je namelijk behoefte aan feedback, al zijn het maar kleine geluidjes zoals 'hmm' of knikjes van het hoofd.

Slide 18 - Tekstslide

Welk misverstand is er hier?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Soorten communicatie
  1. Eenzijdige communicatie
  2. Tweezijdige communicatie
  3. Verbale communicatie
  4. Non-verbale communicatie

Slide 21 - Tekstslide

Eenzijdige communicatie

  • Eenrichtingsverkeer
  • De zender is nooit tegelijk de ontvanger
  • Vaak via een tussenweg en niet rechtstreeks
Tweezijdige communicatie

  • De ontvanger heeft de mogelijkheid om te reageren op wat de ander zegt
  • Er is sprake van interactie

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Wat zie je hier?
A
Eenzijdige communicatie
B
Tweezijdige communicatie

Slide 24 - Quizvraag


A
Eenzijdige communicatie
B
Tweezijdige communicatie

Slide 25 - Quizvraag

Verbale communicatie

Verbale communicatie is de communicatie waarbij iemand met woorden (gesproken of geschreven) informatie overbrengt.
Non-verbale communicatie

Alle communicatie die niet via woorden verloopt, valt onder non-verbale communicatie.

  • Bewust: Bijv.: gezichtsuitdrukking, gebaren, oogcontact
  • Onbewust: Bijv.: Zweten, blozen

Slide 26 - Tekstslide


A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 27 - Quizvraag


A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Video

Slide 30 - Tekstslide

Lezen
In lessen krijg je tijd om te werken aan opdrachten en om de theorie door te lezen.


timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide

Opdrachten
Bij de opleiding MZ maak je veelal na een stuk theorie de opdrachten in de licentie. We hebben dus geen boeken (behalve Burgerschap).


Slide 32 - Tekstslide

Vragen
Vragen over het vak communicatie?
Vragen over de opleiding?
Vragen aan mij als docent? 

Slide 33 - Tekstslide