H10.1 tot 10.4

Les vaktheorie
Meneer Vromans
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
VaktheorieMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Les vaktheorie
Meneer Vromans

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Terugblik vorige les

Theorie H10 

Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les weetje wat vermogensrecht is en de kenmerken ken je hiervan 


Slide 3 - Tekstslide

Terugblik vorige les

Slide 4 - Tekstslide

Wat is personen & familierecht

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer ben je volgens de wet handelingsbekwaam?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Welke 2 relaties tussen personen zijn er in het juridisch recht?

Slide 8 - Woordweb

Juridische relaties
Het huwelijk

Het geregistreerd partnerschap 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

H10 
Vermogensrecht

Slide 11 - Tekstslide

Wat is vermogensrecht
Vermogensrechten zijn de rechten waaruit iemands vermogen is opgebouwd

1. Geld waardeerbaar zijn, waarde van deze rechten in geld kunt uitdrukken

2. Je kan het overdragen aan een ander 


Slide 12 - Tekstslide

Wat is vermogensrecht
Regelt alles rondom het vermogen 

Vermogensrecht bestaat uit:

- Goederenrecht

- Verbintenissenrecht 

Slide 13 - Tekstslide

Kenmerken voor vermogensrecht
1. Geld waardeerbaar zijn, waarde van deze rechten in geld kunt uitdrukken

2. Je kan het overdragen aan een ander 


Slide 14 - Tekstslide

2 soorten vermogensrecht 
Absolute rechten: Rechten die iemand heeft over een goed en die door iedereen gerespecteerd moet worden

Relatieve rechten: Rechten die de ene persoon alleen ten opzichte van die andere persoon heeft 

Slide 15 - Tekstslide

Verbintenissenrecht 
Relatieve rechten


Slide 16 - Tekstslide

Goederenrecht
Absolute rechten


Slide 17 - Tekstslide

Goederenrecht
Goederen: positieve delen van iemand vermogen ook wel bezittingen 

Goederen zijn zaken en vermogensrechten 

Slide 18 - Tekstslide

Roerend en onroerend
Onroerende zaken: huis, schuur & flatgebouw

Roerende zaken: een pen, een scooter en een tas

Verschil of je producten kan verplaatsen of niet 


Bron: Art. 3:3 lid 1 BW 

Slide 19 - Tekstslide

Registergoederen
Registergoederen: Overdracht verplicht via het openbaar register van het kadaster. Geldt voor alle onroerende zaken & schepen en vliegtuigen van meer dan 20 ton 

Niet-registergoederen: alle goederen die geen registergoederen zijn

Verschil op welke manier je de goederen kunt overdragen aan een andere persoon 
art. 3:10 BW

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Het kadaster
Instelling die de openbare registers bijhoudt

Openbare register kan je zien wie de eigenaar is van een registergoed en welke absolute rechten er bestaan

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

De 8 absolute rechten op goederen
1. Eigendom
2. Erfdienstbaarheid
3. Erfpacht
4. Recht van opstal
5. Appartementsrecht
6. Vruchtgebruik
7. Hypotheekrecht
8. Pandrecht 
Wat betekenen deze rechten? zoek ze op

Slide 25 - Tekstslide

De acht rechten
1. Eigendom: Eigenaar mag binnen de grenzen van de wet alles doen met zijn eigendom wat hij wil

2. Erfdienstbaarheid: Verplichting waarmee de ene onroerende zaak ten behoeve van een andere zaak is belast. 

3. Erfpacht: Geeft gebruiker het recht om een onroerende zaak van een ander langdurig te gebruiken


Slide 26 - Tekstslide

De acht rechten
4. Recht van opstal: Geeft het recht om in, op of boven de grond van een ander gebouwen of beplantingen in eigendom te hebben

5. Appartementsrecht: iemand die een appartement koopt neit de eigenaar is van het hele appartement

6. Vruchtgebruik: is het recht om een goed van een ander te gebruiken en de opbrengst ervan te genieten 

Slide 27 - Tekstslide

De acht rechten
7. Hypotheekrecht: Leent geld uit onder de voorwaarde dat hij recht van hypotheek krijgt op het huis van de geldlener 

8. Pandrecht: Zelfde als hypotheek, verschil is dat een pandrecht op niet-registergoederen wordt gegeven 

Zekerheid geven op producten ipv een huis 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag
Opdrachten H10.1 tot 10.3
Opdracht 1 tot 7

Slide 31 - Tekstslide

Terugblik leerdoelen
Aan het einde van de les weetje wat vermogensrecht is en de kenmerken ken je hiervan 


Slide 32 - Tekstslide