ontkenning Ch 5 hv2

Ontkenning! 
Niet/   
geen/ 
nooit/
niet meer/ nog niet/ niets/ niemand
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Ontkenning! 
Niet/   
geen/ 
nooit/
niet meer/ nog niet/ niets/ niemand

Slide 1 - Tekstslide

De ontkenning
Ik kijk tv - ik kijk geen tv
Hij voetbalt - hij voetbalt niet 
Niet/geen betekent allebei hetzelfde!

Slide 2 - Tekstslide

Ne ... pas
Niet/geen = ne ... pas
Wat moet er op de puntjes? 

Slide 3 - Tekstslide

Schrijf de persoonsvorm op:
Je mange une pomme.

Slide 4 - Open vraag

Schrijf de persoonsvorm op:
Nous avons été en vacances.

Slide 5 - Open vraag

De ontkenning in het Frans komt -om- de persoonsvorm heen te staan. 
Dus: je mange les fruits - je NE mange PAS les fruits. 

Let op: j'habite - je n'habite pas
en ook: c'est - ce n'est pas
en helemaal gek: il y a - il n'y a pas 

Slide 6 - Tekstslide

Maak de zin ontkennend:
Il est arrivé. (niet)

Slide 7 - Open vraag

Welke ontkennende zin is juist?
A
Laura parle avec Marc.
B
Laura parle ne pas avec Marc.
C
Laura ne parle pas avec Marc.
D
Laura a parlé avec Marc.

Slide 8 - Quizvraag

Niet
Nog niet
Niet meer
Niets
Nooit
Ne...jamais
Ne...plus
Ne...pas encore
Ne...rien
Ne...pas

Slide 9 - Sleepvraag

Schrijf in je schrift/boek de volgende zinnen in de ontkenning en onderstreep daarbij de persoonsvorm: 

1. Lara aime le fromage (niet).
2. Je vais jouer au foot (nooit).
3. C'est facile (niet meer).

Slide 10 - Tekstslide

Antwoorden:
1. Lara n'aime pas le fromage.
2. Je ne vais jamais jouer au foot. 
3. Ce n'est plus facile. 

Slide 11 - Tekstslide