In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
SE Voorbereiding Hst.2 Par. 7 - 8
De vegetatiepatroon uit het verleden reconstrueren.
Wat is de verklaring van Paleoceen-Eoceen Thermisch maximum?
De rol van de schelpdieren in moderne levensomstandigheden op aarde?
Hoe landgebruik naast broeikaasgassen kan klimaatverandering beïnvloeden?
Waarom het verwijderen van vegetatie leidt tot een regionale afname van neerslag.
Vegetatie-Albedo terugkoppelingsmechanisme beschrijven en ontstaan van ijstijden daarmee verklaren.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Waarom vermoeden wetenschappers dat de aarde 600 miljoen jaar geleden vrijwel volledig vergletsjerd was?
A
Het landgebruik was toen heel anders, omdat er nog geen landplanten waren.
B
Klimaatmodellen simuleren een grote klimaatverandering in die tijd.
C
Op veel plaatsen worden landijsafzettingen uit die tijd gevonden.
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Met welke bron van informatie kun je vegetatiepatronen uit het verleden reconstrueren?
A
jaarringen in bomen
B
luchtbelletjes in ijskernen
C
schelpjes in diepzeesedimenten
D
stuifmeelkorrels
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Waarom hebben wij ons leven te danken aan schelpdieren?
A
De afbraak van kalksteen zorgt voor het P E T M.
B
De opbouw van kalksteen reguleert de temperatuur op aarde.
C
Ze bevatten cruciale informatie over het klimaat van het verleden.
D
Ze stabiliseren de thermohaliene circulatie.
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Wat is de meest geaccepteerde verklaring voor het Paleoceen-Eoceen Thermisch Maximum?
A
De concentratie koolstofdioxide in de atmosfeer was toen erg hoog.
B
De thermohaliene circulatie werd bijzonder sterk.
C
Er was sprake van een negatief terugkoppelingsmechanisme.
D
Het werd veroorzaakt door de Milanković-variabelen.
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Het klimaat verandert niet alleen door broeikasgassen, maar ook door veranderingen in landgebruik.
Welke van de onderstaande effecten is niet of nauwelijks het gevolg van veranderingen in landgebruik?
A
een toename van de concentratie koolstofdioxide in de atmosfeer
B
een toename van de concentratie waterdamp in de atmosfeer
C
een toename van de hoeveelheid aerosolen in de atmosfeer
D
een toename van de terugkaatsing van zonlicht
Slide 16 - Quizvraag
Inzicht: Leg uit hoe het verwijderen van vegetatie leidt tot een regionale afname van neerslag.
Slide 17 - Open vraag
Huiswerk:
Par. 7 en 8 bestuderen + samenvatten + Opdr. (online of werkboek)
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
SE Voorbereiding Par 2.9 Hedendaagse klimaatverandering: oorzaken
Leerdoelen:
Oorzaken van huidige klimaatverandering met betrekking tot broeikasgassen en landgebruik kennen.
Het mondiale klimaatvraagstuk, eventueel met behulp van bronnen en de atlas analyseren en nadenken over de waarden die ten grondslag liggen aan de veroorzaking van het klimaatvraagstuk.
Slide 20 - Tekstslide
Schrijf een oorzaak op van hedendaagse klimaatverandering
Slide 21 - Woordweb
Oorzaken klimaatverandering
1. Broeikasgassen
CO2: verbranding fossiele brandstoffen
Methaan: koeien + in permafrost
Waterdamp: meer verdamping
De mate waarin een bepaalde hoeveelheid broeikasgas kan bijdragen aan het broeikaseffect wordt het aardopwarmingsvermogen genoemd.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
De ontdooiing van permafrost is een voorbeeld van:
A
een negatief terugkoppelingsmechanisme
B
een voorbeeld van externe variabiliteit
C
een voorbeeld van interne variabiliteit
D
een positief terugkoppelingsmechanisme
Slide 24 - Quizvraag
Wolken
Meer verdamping -> meer wolken
Wolken weerkaatsen en absorberen zonlicht aan boven en onderkant.
Gevolg lijkt te zijn dat de verwarming van de atmosfeer vermindert.