V4 AK Herhaling 2.7 t/m 2.12

1 / 26
volgende
Slide 1: Video
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Rob Jetten: nieuwe minister van klimaat en energie

Slide 2 - Tekstslide

Wat moet je kennen en kunnen?
Paragraaf 2.7 t/m 2.10: 
  • Lees de tekst van de 3 paragrafen goed door en leer de begrippen
  • Je moet 3 manieren van klimaatonderzoek weten en kunnen beschrijven/uitleggen
  • Je kent een oorzaak voor klimaatverandering op korte, middenlange en lange termijn.
  • Je moet voorbeelden kunnen geven van een negatief en een positief terugkoppelingsmechanisme; ook moet je van een voorbeeld kunnen aangeven of het een negatief of een positief terugkoppelingsmechanisme is. 
  • Je kent de door het IPCC veronderstelde oorzaken van huidige klimaatverandering met betrekking tot broeikasgassen en landgebruik.
  • Je weet wat klimaatmodellen zijn

Slide 3 - Tekstslide

Wat moet je kennen en kunnen?
Paragraaf 2.11 en 2.12
- Je kent de gevolgen voor Nederland
- Je weet welk beleid gevoerd wordt. 

Hiervoor gebruik je niet de paragrafen in je boek maar de volgende website: 

Slide 4 - Tekstslide

Negatief terugkoppelingsmechanisme

Een reeks van processen die in gang gezet wordt door een verandering, maar uiteindelijk die verandering tegenwerkt.
Voorbeeld: 

Wolken reflecteren invallende zonnestralen en hebben zo een afkoelend effect.



Maar wolken kunnen ook positief terugkoppelingsmechanisme zijn:  wolken absorberen de infrarode straling (warmtestraling) die de aarde terug uitstuurt. Zo dragen ze bij aan de opwarming van het klimaat. 

Slide 5 - Tekstslide

Positief terugkoppelingsmechanisme: 

 De oorspronkelijke verandering wordt versterkt.
IJs-albedo effect is een voorbeeld van positieve terugkoppeling
  • Wanneer de aarde opwarmt, smelt er meer ijs. 
  • Hierdoor daalt het albedo, de hoeveelheid zon die weerkaatst wordt, van de aarde omdat het witte ijsoppervlak plaats heeft gemaakt voor het blauwe wateroppervlak of een donkere rotsbodem; 
  • daardoor wordt het zonlicht minder weerkaatst. 
  • Zo worden de zonnestralen meer geabsorbeerd door de aarde, waardoor het sneller warmer wordt.

Slide 6 - Tekstslide

Waar willen jullie extra uitleg over?

Geen vragen: zelfstandig en in stilte examentraining maken!

Slide 7 - Tekstslide

3 manieren van klimaatonderzoek
1. Onderzoek naar jaarringen van bomen
2. Stuifmeelkorrels bekijken in oude veen- en kleilagen
3. Analyse van zuurstofisotopen in ijs of sedimenten

Slide 8 - Tekstslide

Het holoceen is een interglaciaal dat nu 11.700 jaar duurt.

Tijdens het kwartair duurden interglacialen tot nu toe tussen de 10 en 20 duizend jaar
De aarde koelt af sinds 50 miljoen jaar. Met elke periode werdt het een paar graden kouder, totdat het koud genoeg was voor ijstijden om te ontstaan

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Negatief terugkoppelingsmechanisme

Slide 13 - Tekstslide

= albedo effect

Slide 14 - Tekstslide

Hoe meer sneeuw en ijs op aarde, hoe meer zonlicht er wordt teruggekaatst

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Oorzaken klimaatverandering
1. Broeikasgassen


  • CO2: verbranding fossiele brandstoffen 
  • Methaan: koeien + in permafrost
  • Waterdamp: meer verdamping

Slide 18 - Tekstslide

Wolken
d. Meer verdamping -> meer wolken

Wolken weerkaatsen en absorberen zonlicht aan boven en onderkant. 
Gevolg lijkt te zijn dat de verwarming van de atmosfeer vermindert.

Slide 19 - Tekstslide

Oorzaken klimaatverandering
2. Veranderend landgebruik
  • Verbranden regenwoud: bron CO2 uitstoot
  • Toename akkers en weilanden:    weerkaatsen zonlicht -> afkoeling houden minder vocht vast -> verdroging -> Toename aerosolen

Slide 20 - Tekstslide

2. Veranderend landgebruik
a. Verbranden regenwoud: bron CO2 uitstoot 
b. Toename akkers en weilanden: 
          weerkaatsen zonlicht -> afkoeling  
          houden minder vocht vast -> verdroging -> 
c. Toename aerosolen:

Slide 21 - Tekstslide

Aerosolen
Losliggende bodemdeeltjes waaien op (stof)
+
fijnstof uit (lucht)verkeer en industrie

Weerkaatsen zonlicht + absorberen warmte
Condensatie water + verkleining druppels (vallen niet)

Dus: opwarming of afkoeling, verdroging of vernatting
-> Afhankelijk van omstandigheden -> mondiaal gezien afkoeling

Slide 22 - Tekstslide

3. Andere oorzaken
Beïnvloeding tussen oceaan en atmosfeer:
a. interne variabiliteit - bijv. El Niño
b. externe variabiliteit - bijv. vulkaanuitbarstingen of zonnevlekken

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

Vrijdag
Maken examentrainingen hoofdstuk 2
Laatste vragen stellen

Slide 26 - Tekstslide