Les 7: Platentektoniek oorzaken (optie 1)

Startklaar
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Startklaar

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
A
B
C
Aardkern
Aardkorst
Aardmantel

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de dunste laag van de aarde?
A
De kern
B
De mantel
C
Aardkorst

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Waarom is de mantel gedeeltelijk vloeibaar?

A
Omdat de druk er lager is
B
Omdat het er heel warm is
C
Omdat het koud is in de mantel

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke laag van de aarde bestaat uit ijzer en nikkel?

A
De kern
B
De mantel
C
De aardkost

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Continentale & oceanische plaat
Basalt
Graniet
Oceanische plaat:
  • basalt
  • zwaar
  • ligt voor het grootste deel onder oceanen

Continentale plaat:
 
  • graniet
  • licht
  • bestaat uit zijn grootste deel uit land

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees 10 min
Lezen
timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

https://www.nu.nl/klimaat/6303415/al-een-jaar-recordtemperaturen-in-oceanen-tekenen-dat-opwarming-versnelt.html?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F
      Lesdoel
De leerlingen kennen ten minste de volgende onderdelen van platentektoniek: convectiestromen, slab pull, ridge push, en de drie soorten plaatbewegingen (convergente, divergente, en transforme plaatbewegingen).

Ze kunnen de oorzaken van deze bewegingen beschrijven en uitleggen hoe deze processen leiden tot aardbevingen, vulkanisme, en de vorming van gebergten.

Slide 9 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Voorkennis 
1. De leerlingen kennen de opbouw van de aarde.

2. De leerlingen weten de viscositeit van de aardmantel.

3. De leerlingen weten dat de aardmantel beweegt.


Slide 10 - Tekstslide

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen
      Lesdoel 1
De leerlingen kennen ten minste de volgende onderdelen van platentektoniek: convectiestromen, slab pull, ridge push.


Slide 11 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Wat zijn convectiesromen?
Convectiestromen in de aardmantel drijven de beweging van de platen aan.

Deze stromen ontstaan door het temperatuurverschil tussen de hete binnenkern en de koelere bovenmantel.

Warmer gesteente stijgt, koeler gesteente daalt, waardoor er circulatie ontstaat die de platen in beweging zet.


Slide 12 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Slab Pull en Ridge Push
Slab PullDe trekkracht van een zinkende, oudere plaat die de rest van de plaat meetrekt de mantel in.

Ridge PushDe kracht die een nieuwe, opkomende plaat duwt vanaf de mid-oceanische rug door zwaartekracht.

Deze twee krachten helpen de platen te bewegen en vormen een belangrijk onderdeel van het platentektonisch proces. 

Slide 13 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
      Lesdoel 2
De leerlingen kennen de drie soorten plaatbewegingen (convergente, divergente, en transforme plaatbewegingen) en kunnen de gevolgen van deze bewegingen beschrijven en uitleggen.  (Hoe deze processen leiden tot aardbevingen, vulkanisme, en de vorming van gebergten).

 


Slide 14 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Platen bewegen op verschillende manieren
Er zijn 3  verschillende soorten plaatbewegingen:

1. naar elkaar toe (convergentie)

2. van elkaar af (divergentie)

3. langs elkaar (transform)



Platentektoniek

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Convergente plaatbeweging

2 platen bewegen naar elkaar toe:
  • 2 continentale platen   
                    
     - gebergte vorming                       
     - aardbeving

  • continentale & oceanische plaat:

    - diepzeetrog                                   
    - aardbeving                                       
    - vulkanen   
diepzeetrog
aardbeving

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Covergentie
2 continentale platen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Covergentie
1 continentale vs 1 oceanische

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Divergente plaatbeweging
2 platen bewegen uit elkaar

  • Land                                                                   
     -  Het stuk land tussen 2 platen zakt in.   
     

  • Zee                                                                     
    - Magma komt omhoog                             
    - Vulkanisme                                                   
    - Ontstaan mid-oceanische rug

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Divergente plaatbeweging
Land
1. Het stuk land tussen de 2 platen zakt in
2. ontstaan horst en slenk vult zich met water

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Divergente plaatbeweging
Zee
1. magma komt omhoog
2. vulkanisme
3. ontstaan mid-oceanische rug

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Transforme plaatbeweging
2 platen bewegen langs elkaar
  • aardbevingen
aardbeving

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting van de les
Convectiestromen, slab pull en ridge push zorgen voor de beweging van aardplaten.

Er zijn drie soorten plaatbewegingen: convergent, divergent, en transform.

Deze bewegingen veroorzaken aardbevingen, vulkanisme, en gebergtevorming.

Slide 25 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Wat zijn convectiestromen en hoe beïnvloeden ze de beweging van aardplaten?

A
Convectiestromen ontstaan door de zwaartekracht en duwen de platen omhoog.
B
Convectiestromen zijn stromingen van gesmolten gesteente in de mantel die de platen bewegen.
C
Convectiestromen zorgen ervoor dat platen altijd naar elkaar toe bewegen.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaan convectiestromen in de mantel?

A
Door wrijving tussen de aardplaten.
B
Door botsingen van continenten.
C
Door het temperatuurverschil tussen de hete kern en de koelere bovenmantel.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is slab pull?



A
Het opduwen van nieuwe aardkorst bij een mid-oceanische rug.
B
Het trekken van een zinkende plaat door zwaartekracht.
C
Het proces waarbij twee platen langs elkaar bewegen.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat gebeurt er bij ridge push?

A
Nieuwe korst wordt gevormd en duwt de platen uit elkaar.
B
Een plaat duikt onder een andere plaat door zwaartekracht.
C
Twee platen botsen en veroorzaken een aardbeving.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

     Grote afsluiting
De leerlingen kennen ten minste de volgende onderdelen van platentektoniek: convectiestromen, slab pull, ridge push, en de drie soorten plaatbewegingen (convergente, divergente, en transforme plaatbewegingen).

Ze kunnen de oorzaken van deze bewegingen beschrijven en uitleggen hoe deze processen leiden tot aardbevingen, vulkanisme, en de vorming van gebergten.

Slide 30 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
(Aan)tekeningen
Tekening 1.
Windsysteem

Slide 31 - Tekstslide

Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.

Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

retrieval practice
https://quizlet.com/join/A5xDxSXpV?i=1fo1jg&x=1bqt

Slide 33 - Tekstslide

Retrieval practice (10 min)
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online

Slide 34 - Link

Deze slide heeft geen instructies

 Vraag 1
Reproductie

Slide 35 - Tekstslide

Aw: Dit klimaat komt voor in het zuidelijke deel van Florida.
BS: Het bijbehorende landschap bij het BS-klimaat is de steppe, een droge grasvlakte.
Vraag 2 
Toepassing 1

Slide 36 - Tekstslide

Loefzijde: De loefzijde ontvangt meer neerslag omdat de lucht wordt opgestuwd door de bergen, afkoelt, en condenseert, wat leidt tot regen.
Lijzijde: De lijzijde is droger omdat de lucht, nadat het zijn vocht heeft verloren aan de loefzijde, daalt en opwarmt, wat zorgt voor een droog, woestijnachtig klimaat (regenschaduw).
Vraag 3 
Inzicht

Slide 37 - Tekstslide

BW: Het BW-klimaat draagt bij aan het ontstaan van woestijnen in de VS door extreem lage neerslag en hoge temperaturen, die verdamping versterken.
Cf: De ligging aan zee beïnvloedt het Cf-klimaat door milde winters en gematigde zomers te brengen, dankzij de nabijheid van de oceaan, die temperatuurverschillen dempt.