Uiteenzetting, beschouwing, betoog

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Een tandarts vraagt zich in een vakblad af of de toenemende belangstelling voor plastische chirurgie zal leiden tot een toename van gebitscorrecties.

1. Uiteenzetting
2. Beschouwing
3. Betoog

In opdracht van een bierproducent ontwerpt een reclamebureau een paginagrote advertentie voor een studentenblad om hun nieuwe biermerk te promoten.

1. Uiteenzetting
2. Beschouwing
3. Betoog

Tijdens de kerstdagen heeft een Amsterdamse journalist een week meegereisd met een familie op ski-vakantie. Voor de krantenlezer geeft hij zijn indrukken van een weekje skiën weer in een beschrijving van die week.

1. Uiteenzetting
2. Beschouwing
3. Betoog

In het blad van de keurslager, beschrijft een drukbezette klant de voors en tegens van kant en klare maaltijden.

1. Uiteenzetting
2. Beschouwing
3. Betoog

Een bezoeker van een dierentuin in Amsterdam legt in een ingezonden brief uit waarom hij het belachelijk vindt dat de dieren niet door bezoekers mogen worden gevoerd.

1. Uiteenzetting
2. Beschouwing
3. Betoog

De schrijver vertelt in tekst A over het bestaan en de historische ontwikkelingen bij homeopathie.

1. Uiteenzetting
2. Beschouwing
3. Betoog

De schrijver vraagt zich in tekst B af of je op basis van de geweldige reclamecampagnes van machtige medische concerns in de media kunt concluderen dat je moet vertrouwen op homeopatische behandelingen.

1. Uiteenzetting
2. Beschouwing
3. Betoog

De schrijver waarschuwt reguliere artsen en zegt in tekst C van mening te zijn dat nogal wat reguliere artsen helaas onvoldoende doorzien dat er grote beperkingen zijn in het homeopathische systeem.

1. Uiteenzetting
2. Beschouwing
3. Betoog

De auteur wijst in tekst D op de verschillende mogelijkheden van alternatieve geneeswijzen.

1. Uiteenzetting
2. Beschouwing
3. Betoog

Tekstdoel 'Opiniëren

1. Uiteenzetting
2. Beschouwing
3. Betoog

Tekstdoel 'Informeren

1. Uiteenzetting
2. Beschouwing
3. Betoog

Tekstdoel 'overtuigen'

1. Uiteenzetting
2. Beschouwing
3. Betoog

Tekststructuren kunnen zijn:
• voor- en nadelenstructuur;
• probleem-oplossingsstructuur;
• verklaringsstructuur.

1. Uiteenzetting
2. Beschouwing
3. Betoog

Tekststructuren:
• argumentatiestructuur;
• voor- en nadelenstructuur.

1. Uiteenzetting
2. Beschouwing
3. Betoog

Tekststructuren kunnen zijn:

• vraag-antwoordstructuur;
• verklaringsstructuur;
• aspectenstructuur;
• verleden-heden-(toekomst) structuur;
• probleem-oplossingsstructuur.

1. Uiteenzetting
2. Beschouwing
3. Betoog