1H Lezen H4 opdracht 2
1 / 20
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Stuur hier een foto in van je gemaakte en nagekeken opdrachten van opdracht 1.
Slide 2 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waar gaan de teksten over?
Slide 6 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welke twee verschillen tussen paarden en koeien noemt Jantien in alinea 2?
Slide 13 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Jantien moet haar zadel goed vastmaken aan de staart van de koe,
want ... (a)
want ... (b)
want ... (a)
want ... (b)
Slide 14 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welke drie signaalwoorden voor chronologisch verband herken je in alinea 3? Vul ze in. Scheid ze met een komma.
Slide 16 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke tekstverbanden herken je in alinea 4?
Slide 17 - Open vraag
1. opsommend verband: en
2. tegenstellend verband: Maar, maar
3. chronologisch verband: laatst + dit jaar; eerst + toen (het gaat hier om twee verschillende situaties/omstandigheden)
Waaraan kun je zien dat Mo erg dol op Jantien is? (al. 5)
Slide 18 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waarom denkt Jantien dat koerijden niet zielig is voor een koe? (al. 6) Noem drie redenen.
Slide 20 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
