[2]
‘Ik mocht van mijn ouders geen paard en we hebben twee stallen vol koeien’, vertelt Jantien als ze met de tweeënhalf jaar oude koe Roos naar de stal loopt. ‘Daarom ben ik koe gaan rijden.’ Voordat Jantien in het zadel springt, borstelt ze Roos zorgvuldig. ‘Anders kan ze schuurplekken krijgen’, legt Jantien uit. Roos staat geduldig te herkauwen als ze wordt opgezadeld.‘Dit zadel is wel wat platter dan een paardenzadel, omdat de rug van een koe breder is dan die van een paard’, laat Jantien zien. Met een tuigje maakt ze het vast onder de staart. ‘Een koe heeft geen schoft, zoals een paard wel heeft,’ wijst ze, ‘dus als ik het zadel niet vastmaak, glijd ik zo naar voren als ze gaat grazen.’