1 iemand (Maikel van Hoof) met een extreme hobby
3 en (2x)
4 (1) Hij maakt een praatje met Hans van Tol, de eigenaar van de Turbopolyp. (2) Hij koopt tien penningen. (3) Hij neemt plaats in de gondel. (4) Hij maakt de beugel vast.
5 (1) eerst; (2) Daarna; (3) vervolgens; (4) tot slot
6 de Turbopolyp, de Booster Maxxx en de Autoscooter (alinea 3)
7 Hij bedoelt met ‘spektakel’ een bijzondere of indrukwekkende show.
8 tegenstelling
9 … dat was niet zo. / dat bleek helemaal niet waar te zijn.
10 eigen antwoord