Een dichter kan naast woorden ook klank gebruiken om gevoel of sfeer van het gedicht over te brengen.
Als de beklemtoonde klinkers in een gedicht rijmen, noem je dat ASSONANTIE of KLINKERRIJM:
't Sieraad dat de bomen dragen
Zijn hun ambergele blaren
En te midden van dit lover
Zitten geelgeveerde vogels
Laten hier hun klanken dwalen
Tureluren dromend samen