Les 6: Verzekeren deel 2

Recht
Verzekeringen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
rechtMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Recht
Verzekeringen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning vandaag

- Wat hebben we gehad
- Doel
- onder- of oververzekeren, soorten waarden, Pensioen, AOV, rechtsbijstand. 
- Verwerking
- Afsluiting.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip hoort bij de omschrijving?
Eenmalige betaling bij het afsluiten van een verzekering
A
polis
B
premie
C
poliskosten
D
verzekeringsvoorwaarden

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wordt er premie betaald om de AOW te kunnen betalen en zo ja door wie?
A
nee, er wordt geen premie betaald
B
ja, door de mensen met een AOW-uitkering
C
ja, door alle ingezetenen met een inkomen uit arbeid of uitkering

Slide 4 - Quizvraag

dit heet het omslagsysteem
Wat is de relatie tussen de premie en het eigen risico?
A
Hoe hoger het eigen risico hoe lager de premie
B
Hoe lager het eigen risico hoe hoger de premie
C
Er is geen relatie
D
De premie en het eigen risico is altijd hetzelfde

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een premie?
timer
0:15
A
Dit is geld wat jij krijgt
B
Een polisblad
C
Een risico
D
Geld wat je moet betalen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip hoort bij de omschrijving?
Rechten en plichten van de verzekerde en de verzekeraar
A
polis
B
premie
C
poliskosten
D
verzekeringsvoorwaarden

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een premie?
timer
0:15
A
Dit is geld wat jij krijgt
B
Een polisblad
C
Een risico
D
Geld wat je moet betalen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben we gehad?
Hoe zet je een eigen onderneming op.
Welke rechtsvormen zijn er. 
Welke samenlevingsvormen zijn er.
Wat is een verzekering en waaruit bestaan de kosten.

Slide 9 - Tekstslide

Startperiode van max 26 weken met 29% korting op uitkering
Urenkorting ( aantal uren tegen fictief loon in aftrek op de uitkering)
Nakijken 
Opdracht   H3 tm 3

Slide 10 - Tekstslide

Verschil geregistreerd partnerschap en huwelijk. Bij ontbinden zonder kinderen niet naar de rechter. 
Bij huwelijk beide partners automatisch ouders. 

Lesdoel
Aan het einde van de les kan ik

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er verzekerd?
Werkelijke waarde

Oververzekeren: Als je een hogere waarde hebt verzekerd.
Onderverzekeren: Als je een lagere waarde hebt verzekerd. 

Uitkering is nooit meer dan de waarde van het verzekerde: indemniteitsbeginsel
Ben je onderverzekerd dan berekenen ze % voor de uitkering. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

premier-risqueverzekering
Maximaal het verzekerde bedrag wordt uitgekeerd. 
Geen onderverzekering mogelijk.
Stel je verzekerd je voorraad voor € 35.000.
Dus als je  voorraad ter waarde van €50.000 voor de helft verloren gaat krijg je € 25.000. Gaat de hele voorraad verloren dan krijg je € 35.000

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten waarden
De nieuwwaarde: als je iets nieuw moet kopen.
De dagwaarde: de waarde die het verzekerde nu heeft. 
De herbouwwaarde: de waarde om bijv. een huis opnieuw te bouwen
De aanschafwaarde: de prijs die jij voor het verzekerde hebt betaald. 


                                                               


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pensioen
Bijzondere vorm van levensverzekering.
Ondernemer moet eigen aanvullend pensioen regelen. 

3 onderdelen pensioen:
- basis van de overheid: AOW
- werknemerspensioen : voor werknemers via werkgever. dus niet voor ondernemer.  (uitvoeringsovereenkomst tussen werkgever en pensioenuitvoerder)
- Individuele pensionvoorziening.  (als ondernemer regelen)

                                                               


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedrijftakpensioenfonds
pensioenuitvoerder: organisatie die het pensioen uitkeert
bedrijfstakpensioenfonds is een pensioenuitvoerder
Alle werknemers (20 jaar en ouder) binnen de bedrijfstak ( detailhandel) nemen verplicht deel.




                                                               


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderdelen pensioen
Ouderdomspensioen: vanaf het moment dat je met pensioen gaat tot overlijden ontvang je iedere maand een uitkering.  (AOW vabaf 67 erbij)
Partnerpensioen: dit ontvangt de partner bij overlijden.
Wezenpensioen: dit ontvangen de kinderen tot 18 jaar bij overlijden van de verzekerde.
Eventueel een aanvulling op het partnerpensioen.



                                                               


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pensioen
Premie afhankelijk van loon
Deel voor rekening van werknemer, deel werkgever.

Werkgever moet personeel tussen de 20 jaar en 67 jaar oud binnen een maand aanmelden. 

Tijdelijke  mensen zonder contract ( stagiar) hoeft niet.


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsongeschiktheidsverzekering
Criteria arbeidsongeschiktheid: 
Je kunt je eigen beroep niet meer uitoefenen.
Je kunt geen passende arbeid meer verrichten.
Je kunt geen gangbaar beroep meer uitoefenen.

Verzekerde som: 80% van je laatstgenoten inkomen. Tenzij gekozen voor lager percentage -> lagere premie.



                                                               


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzekeringskosten
Wachttijd: meestal 14 dagen. Ook vorm eigen risico.
Premie loopt op. Hoe ouder, hoe groter het risico.
Uitsluitingen, soms eigen keuze ivm premie.

Werknemers en arbeidsongeschiktheid
1 e jaar volledig betaald
2e jaar 70% van laatstverdiende loon
Daarna WIA ( inkomen naar arbeidsvermogen. Jongeren soms 
                                                                                                              wajong
                                                               



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechtsbijstandverzekering
voor hulp in het rechtsverkeer. 
Dit kan op verschillende manieren:

- In natura. Een jurist handelt je zaak af.
- In geld. Je ontvangt financiële middelen om een jurist of advocaat in te schakelen.

De rechtsbijstandverzekering voor bedrijven dekt geschillen die ontstaan tijdens het uitoefenen van je beroep.


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeven misverstanden over verzekeringen voor je bedrijf

1. Met leveringsvoorwaarden loop ik geen aansprakelijkheidsrisico
2. Ik werk vanuit huis, een privé-inboedelverzekering is genoeg
3. Arbeidsongeschiktheid? Dat overkomt mij niet!
4. Een verzekering haalt mijn risico weg
5. Als ik een lager bedrag verzeker, bespaar ik geld
6. Eenmaal afgesloten, voor alles verzekerd
7. Ik wil eerst opstarten, verzekeren komt nog wel

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Maken opgaven   Hoofdstuk 3. ( 4 en verder)
Gezamenlijk nakijken.
Ben je eerder klaar. Probeer een mindmap/ 
samenvatting te maken van hoofdstuk 3. 



timer
15:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Geen


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je onthouden?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een arbeidsongeschiktheids verzekering is voor
A
Personeel dat (langdurig) ziek zijn
B
Wajong
C
Krijg je alleen uitgekeerd als je arbeidsongeschikt bent
D
Personeel of ZZP' er die (langdurig) ziek zijn

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is hier sprake van oververzekerd of onderverzekerd?

- Verzekerde waarde: 140.000 euro
- Dagwaarde: 120.000 euro
A
Oververzekerd
B
Onderverzekerd

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verzekerde waarde van het pand: 150.000 euro
Werkelijke waarde van het pand: 120.000 euro

Stel dat er een schade wordt gedeclareerd van 5.000 euro. Hoeveel zal de verzekeraar uitkeren?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies