Ik kan uitleggen waardoor er in de Nederlanden grote onrust ontstond.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Leerdoel:
Ik kan uitleggen waardoor er in de Nederlanden grote onrust ontstond.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
De Nederlanden onder Karel V
De Nederlanden waren 17 losse gewesten met Karel V als landsheer.
Deze had hij verkregen door huwelijkspolitiek voorouders, gebieden te kopen en oorlogen te voeren.
De steden in Vlaanderen en Brabant waren het welvarendst, omdat er hier veel mensen in handel en nijverheid werkten. Antwerpen was zelfs de belangrijkste handelsstad van Europa. Zij leverden Karel V 60% van zijn belastinginkomsten op
Slide 3 - Tekstslide
Bestuur Nederlanden onder Karel V
Als Karel V geld wilde hebben voor oorlogen, moest hij aan elk gewest een bede (belasting) vragen aan de Staten (bestuur van een gewest). De gewesten wilden in ruil hiervoor een bevestiging van oude of nieuwe privileges=> minder macht vorst.
Elk gewest had eigen regels en gewoonten. In elke Staten zaten vertegenwoordigers van edelen, geestelijken en steden uit het gewest.
Karel V was als landsheer veel afwezig en reizend door de enorme omvang van zijn rijk. Dus hij benoemde een landvoogd(es) voor de hele Nederlanden als plaatsvervanger. In elk gewest benoemde Karel V ook een plaatsvervanger=> stadhouder.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Centralisatie van het bestuur
Karel V wilde niet telkens apart met elk gewest over geld onderhandelen en hun privileges geven dus ging hij steeds meer uit 1 hoofdstad Brussel besturen=> Centralisatie.
Staten-Generaal ingesteld=> zo kon hij in 1 keer alle gewesten om geld vragen.
1 centrale rechtbank in Mechelen voor hele Nederlanden.
Speciale raden in die Karel V adviseerden over politieke en financiële zaken.
Rechters, bestuurders aangesteld op basis van opleiding uit burgerij. Adel verloor veel inkomsten, aanzien en macht.
Gewesten en de adel waren het niet eens met de centralisatie=> beleid was volgens hen in strijd met oude gewoonten en privileges. Gewesten wilden zoveel mogelijk zichzelf besturen en behoud van privileges.
Slide 6 - Tekstslide
Karel V begint de strijd tegen de ketters.
Karel V was katholiek, dus iedereen die dat niet wilde zijn was een ketter.
Karel V stelde plakkaten op tegen de protestanten. De strengste was het Bloedplakkaat ui 1550.
De stadsbesturen moesten de plakkaten uitvoeren, maar hadden er geen zin in want het was in strijd met hun privileges en hun rechten. Daarom kwam er dus niet veel terecht van de bestrijding van de ketters.
Slide 7 - Tekstslide
Filips II werd landsheer over de Nederlanden en koning van Spanje in 1555 na aftreden vader Karel V
Margaretha van Parma landvoogdes, na het vertrek Filips II naar Spanje.
Filips II ging bestuur nog meer centraliseren: verbood Staten-Generaal die hinderde besluiten Filips II.
Streng katholiek en wilde dat Bloedplakkaat werd uitgevoerd. De inquisitie ging hierop toezien.
Godsdienstvervolgingen zorgden voor steeds meer onrust, ook onder de gematigde katholieken.
Slide 8 - Tekstslide
Karel V kwam aan zijn gebieden door oorlog te voeren, gebieden te kopen en de huwelijkspolitiek van zijn voorouders.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Karel V was koning over de Nederlanden en geen landsheer.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Karel V
Gewesten
Centralisatie
Privileges
Stadhouder
Staten
Belastingen
Landvoogd(es)
Plakkaten
Staten-Generaal
Rechtbank Mechelen
Slide 11 - Sleepvraag
Filips II ging verder met centraliseren door te verbieden om de Staten-Generaal bijeen te komen en wilde de inquisitie toezicht laten houden op de uitvoering van de plakkaten.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Toetsvragen:
A: Leg uit tegen wie de gebeurtenis uit de prent is gericht en waarom dit gebeurde.
B: Noem 3 maatregelen van centralisatie die Karel V invoerde.
Slide 13 - Tekstslide
Toetsvragen:
A: Leg uit tegen wie de gebeurtenis uit de prent is gericht en waarom dit gebeurde.
Mensen die iets deden wat niet mocht, Karel V mocht ze niet.
Ketters/protestanten, Karel V wilde geen protestanten in zijn rijk en had plakkaten tegen hen ingevoerd.
B: Noem 3 maatregelen van centralisatie die Karel V invoerde.
Adviesraden, rechtbank, Staten-Generaal.
Adviesraden voor economische en politieke zaken, 1 centrale rechtbank in Mechelen voor hele Nederlanden, Staten-Generaal.
Slide 14 - Tekstslide
Leg het leerdoel uit: Ik kan uitleggen waardoor er in de Nederlanden grote onrust ontstond. Gebruik in je antwoord: Karel V, Filips II, centralisatie, plakkaten, ketters, gewest, staten, stadhouder, landvoogd(es), Staten-Generaal, inquisitie, landsheer, Nederlanden.