Oefentoets krachten

1. Link de beschrijving aan de juiste krachten.
Zwaartekracht
Windkracht
Spankracht
Veerkracht
Weerstandskracht
Je fiets komt niet vooruit in het zand
Je veert omhoog bij het trampolinespringen
Een appel valt uit de boom
De wieken van een molen draaien
Het touw trekt aan de vlieger
1 / 21
volgende
Slide 1: Sleepvraag
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

1. Link de beschrijving aan de juiste krachten.
Zwaartekracht
Windkracht
Spankracht
Veerkracht
Weerstandskracht
Je fiets komt niet vooruit in het zand
Je veert omhoog bij het trampolinespringen
Een appel valt uit de boom
De wieken van een molen draaien
Het touw trekt aan de vlieger

Slide 1 - Sleepvraag

2. Link de begrippen aan de juiste eenheid en symbool.
Zwaartekracht
Massa
Fz
m
Kilogram
Newton

Slide 2 - Sleepvraag

3. Wat is de formule waarmee je de zwaartekracht kunt berekenen?

Slide 3 - Open vraag

4. Krachten kun je tekenen als een pijl. Welke informatie over de kracht kun je uit zo’n tekening halen?

Slide 4 - Open vraag

5a. Hoe zwaar ben jij?

Slide 5 - Open vraag

5b. Bereken hoe groot de zwaartekracht is waarmee de aarde aan jou trekt.

Slide 6 - Open vraag

6. Hoe groot is de zwaartekracht op een fiets van 11,2 kg?

Slide 7 - Open vraag

7. Hoe groot zijn de krachten in de afbeelding hiernaast? De gebruikte krachten schaal is: 1cm = 20N

Slide 8 - Open vraag

9. Bereken de zwaartekracht van het volgende voorwerp: Een zak pastrelli’s (100 g) van Duyvis.

Slide 9 - Open vraag

10. Bereken de zwaartekracht van het volgende voorwerp: Een container van 1,5 ton.

Slide 10 - Open vraag

11. Hieronder zijn vier krachten getekend. Hoe groot zijn deze krachten? Let op: 1 cm = 2,1 N. Schrijf de letters op en zet de grootte van de kracht erbij.

Slide 11 - Open vraag

12. Met een krachtmeter kun je een trekkracht meten. Wat wordt bedoeld met het meetbereik van een krachtmeter?

Slide 12 - Open vraag

13. Wat is de functie van een hefboom?

Slide 13 - Open vraag

14. Welke drie soorten hefbomen zijn er? Noem ook een voorbeeld.

Slide 14 - Open vraag

15. Schrijf de hefboomregel op als formule. Dit is de regel in een zin: 'Als een hefboom in evenwicht is, dan geldt de hefboomregel: “kracht x arm” is aan allebei de kanten van het draaipunt gelijk.'

Slide 15 - Open vraag

16. Hieronder zie je hoe je een blikje openmaakt. Kies de juiste woorden bij de cijfers.
Kracht
Uitwerking
Draaipunt

Slide 16 - Sleepvraag

17. Als je het lipje langer zou maken (dus een grotere arm), wat gebeurt er dan met de uitwerking?
A
De uitwerking blijft even groot
B
De uitwerking wordt kleiner
C
De uitwerking wordt groter

Slide 17 - Quizvraag

18. Bekijk de afbeelding hiernaast van een hefboom waar twee krachten op werken. Bereken of deze hefboom in evenwicht is.
A
Wel in evenwicht
B
Niet in evenwicht

Slide 18 - Quizvraag

19. Bereken voor elke hefboom in de tabel hieronder of er evenwicht is. 
Wel in evenwicht
Niet in evenwicht
A
B
C

Slide 19 - Sleepvraag

20. De hond Theo zit op 2,5 meter van het draaipunt. Thea heeft een massa van 45 kg en zit op 0,5 meter van het draaipunt. De hefboom is in evenwicht. Wat is de massa van de hond in kg? Schrijf je berekening op!

Slide 20 - Open vraag

21. Deze wipwap is echt in evenwicht! De babyolifant heeft een gewicht van 10000 N, en zit 0,1 meter van het draaipunt. De muis heeft een gewicht van 8 N (het is een flinke muis…).Op hoeveel meter van het draaipunt moet de muis staan om evenwicht te krijgen?

Slide 21 - Open vraag