1. inleiding; alinea 1,2 Kern: alinea 3-7, slot: alinea 8
2. De schrijver probeert jou als lezer nieuwsgierig te maken door een vraag te stellen. Je leest verder omdat je het antwoord wilt weten.
3. Op korte termijn hebben veel mensen moeite met wakker worden en slapen ze korter. Daardoor zijn ze minder alert, vermoeider en maken ze meer fouten. Hierdoor gebeuren er eerder kleine ongelukjes. Kinderen die moe zijn, hebben meer zin om te snacken en maken ongezondere keuzes. Ook zullen ze 's ochtends vroeg minder productief zijn op school.
4. Op langere termijn kunnen mensen last hebben van een sociale jetlag.
lang in bed blijft liggen.