V2 Leesvaardigheid 18 verbindingswoorden deel 2 (oefenen)


Welkom v2at!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


Welkom v2at!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Leerwerkcheck / terugblik vorige les
  3. Leesvaardigheid 18: verbindingswoorden (oefenen)
  4. Afsluiting en vooruitblik


Slide 2 - Tekstslide

10 minuten lezen

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor verbindingswoord?

Slide 4 - Open vraag

Noem de twee verbindingswoorden bij het verband samenvatting.

Slide 5 - Open vraag

Noteer het verbindingswoord/signaalwoord en het bijbehorende verband uit de volgende zinnen.

Vermoeidheid moeten we daarom vooral niet verwarren met luiheid. Alle pubers zouden het recht moeten krijgen om 45 onder optimale omstandigheden te leren. Dus laten we het oude gezegde: Die geleerd wil worden moet vroeg opstaan, vervangen door: Sta laat op, dan gaan je cijfers omhoog.

(Noteer als volgt: maar - inperking)

Slide 6 - Open vraag

Leesvaardigheid 18

Doel: Je leert de opbouw van een tekst herkennen met behulp van verbindingswoorden.

Slide 7 - Tekstslide

Opdrachten maken
  • Maak opdracht 8 en 9 op pagina 76-77 van je boek.
  • Je krijgt voor deze opdrachten 25-30 minuten de tijd, daarna bespreken we de antwoorden.
  • Je mag zachtjes overleggen met je buur. 
  • Klaar? Ga nog even in je leesboek lezen!  

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 8 nakijken
a Iemand van vijftig die vroeger is gepest is er zowel fysiek als psychisch slechter aan toe dan een vijftiger die niet is gepest. 
De gepesten hadden grotere kans op depressie, angststoornissen en suïcidale gedachtes. 
Daarnaast zijn ze vaker laagopgeleid, hebben ze een lager salaris en zijn ze vaker werkloos. 
Gepeste mannen hadden bovendien een kleinere kans op een relatie.

b Vijftien procent van de kinderen werd en wordt regelmatig gepest.

c Mensen die regelmatig worden gepest hebben kans op depressies, angststoornissen en suïcidale gedachtes, en ze zijn doorgaans minder tevreden met hun leven.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 8 nakijken
d De ‘andere factoren’ uit de titel gaat over de andere mogelijke oorzaken die ervoor zouden kunnen zorgen dat het met de gepeste personen minder goed ging.

e Louise Arseneault vindt dat dat idee moet worden losgelaten omdat pesten op lange termijn grote negatieve effecten heeft op kinderen.

f Eigen antwoord

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 9 nakijken
  1. dat blijkt uit – reden, oorzaak, gevolg (inleiding)
  2. bijvoorbeeld – voorbeeld (alinea 1)
  3. en – opsomming (alinea 1)
  4. vervolgens – opsomming (alinea 2 het onderzoek)
  5. zowel … als – opsomming  (alinea 3 de effecten) 
  6. bovendien – opsomming  (alinea 3 de effecten) 
  7. en – opsomming  (alinea 3 de effecten) 
  8. in vergelijking met – vergelijking  (alinea 3 de effecten) 
  9. ook – opsomming (alinea 3 de effecten) 
  10. nadat – tijd (alinea 4 andere factoren)
  11. denk aan – voorbeeld (alinea 4 andere factoren)
  12. maar – tegenstelling (alinea 4 andere factoren)
  13. dus – conclusie (alinea 4 andere factoren)

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerkvragen maken
  • Maak de vragen op het oefenblad bij de tekst Als je puber te laat naar bed gaat.
  • Je krijgt voor deze vragen de rest van de les de tijd.
  • Deze vragen zijn huiswerk voor volgende les (woensdag).
  • Je mag zachtjes overleggen met je buur. 
  • Klaar? Ga nog even in je leesboek lezen!  

Slide 12 - Tekstslide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: donderdag 14 september
  • Huiswerk: leren p. 70, overzicht functiewoorden en p. 74 + maken vragen oefenblad
  • Meenemen: LAPTOP, leesboek, boek, schrift en pen
  • Programma: schrijfvaardigheid


Slide 13 - Tekstslide