H 3.1 en M 3.1

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Verdeling tijd.

• Elk deel heeft een half uur.
• Wo start Havo, Vr start Mavo.
• Als ik uitleg aan één deel van de klas werkt de andere groep zelfstandig. Je overlegt dus ook niet! 
• Havo start nu met H3.1 vraag 6 tm 14.

Wat gaan we doen?

• Herhalen 3.1
• Huiswerk controleren.
• Uitleg 3.1
• Werken.

Bekijk de bron.

• Wat zie je?
• Op welke manier zijn de verschillende mensen afgebeeld?
• Welk begrip past bij deze bron?

Nakijken.

• Paragraaf 3.1 .
• Eén persoon leest de vraag voor.
• Heb je iets anders? Steek je vinger op en zeg het, soms is meer dan één antwoord goed.
•  Zorg ervoor dat je de juiste antwoorden overneemt.

Lesdoel

• Ik kan vier oorzaken voor de Eerste Wereldoorlog noemen.
• Je kunt beschrijven dat de Eerste Wereldoorlog een moderne oorlog was.

Wapenwedloop

• In de meeste Europese landen nam het leger een belangrijke rol in in de samenleving.
• Elk land wilde het beste  leger.
• Tussen 1908 en 1913 ontstond een wapenwedloop. Elk land wilde betere wapens hebben dan de andere.
• Door massaproductie konden er veel wapens geproduceerd worden.

Bondgenootschappen.

• Veel Europese landen maakten afspraken met elkaar.
• Er kwamen twee grote bondgenootschappen.
• De Geallieerden: Groot Brittannië, Frankrijk en Rusland.
• De Centralen: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse rijk. 

Oorlog!

• Er zijn vier oorzaken, dus er was veel spanning in Europa.
• Door de moord op Frans Ferdinand, de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije, brak de oorlog echt uit.
• Een Servische Nationalist had de moord gepleegd. 

Huiswerk

Werk zelfstandig!

• Huiswerk:
• H3.1 vraag 3 tm 10.

Wat gaan we doen?

• Herhalen 3.1
• Huiswerk controleren.
• Uitleg 3.1
• Werken.

Bekijk de bron.

• Wat zie je?
• Hoe zijn de verschillende mensen afgebeeld.
• Was de tekenaar voor of tegen de privileges?
• Welk ander begrip past bij deze bron?

Nakijken.

• Paragraaf 3.1 .
• Eén persoon leest de vraag voor.
• Heb je iets anders? Steek je vinger op en zeg het, soms is meer dan één antwoord goed.
•  Zorg ervoor dat je de juiste antwoorden overneemt.

Lesdoelen

• Je kunt uitleggen dat de verlichting een nieuwe manier van denken was.
• Je kunt met enkele voorbeelden uitleggen dat verlichte denkers nieuwe ideeën hadden over bestuur. 

Nieuw ideeën.

• Er werd kritisch gedacht over godsdienst, macht en economie.
• Dit word de verlichting genoemd. 
• Deze ideeën werden verspreid onder burgers in bijvoorbeeld koffiehuizen. Er kwam publiek debat.

John Locke

• Britse filosoof 1632-1704
• Iedereen is gelijk geboren.
• Als iedereen gelijk is, heeft iedereen ook gelijke rechten.
• Vrijheid en gelijkheid zijn mensenrechten.
• Privileges voor de 1e en 2e stand zijn verkeerd.

Censuur

• Het idee van de scheiding der machten vonden koningen niet zo leuk. 
• Het idee tolerantie vonden kerken niet zo leuk. 
• De koning probeerde de nieuwe ideeën te stoppen.

Charles II

Huiswerk

• Huiswerk:
• H3.1 vraag 6 tm 14.