Leçon 26: mon-ma-mes

Bonjour T1C
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Bonjour T1C

Slide 1 - Tekstslide

Programme 
pour la leçon 26
        Aujourd'hui (=vandaag) :
  • Corrigé du SO du chapitre 3
  • Corrigé de l'exercice K page 41
  • Compréhension orale (=luisteroefening): "Dans mon sac de cours"
  • Les over mon-ma-mes (=mijn)



mercredi 1er juin

Slide 2 - Tekstslide

Corrigé de l'exercice K page 41

  • 1. Tu aimes le foot ?
  • 2. Non, je déteste le foot.
  • 3. Qu’est-ce que tu aimes ?
  • 4. J’aime le tennis.
  • 5. Tu aimes les jeux vidéo ?
  • 6. Oui, j’adore les jeux.
  • 7. Où es-tu ? / Tu es où ?


  • 8. Je suis au collège. / Je suis à l’école.
  • 9. Tu as des animaux domestiques ?
  • 10. Oui, j’ai un chien et deux chats.
  • 11. Non, ce n’est pas difficile. Le français est facile.
  • 12. La prof / la professeur n’aime pas le foot.

Slide 3 - Tekstslide

On corrige le SO du chapitre 3

Slide 4 - Tekstslide

De bezittelijke voornaamworden (1)
mon - ma - mes
ton - ta - tes
son - sa - ses

Slide 5 - Tekstslide

Weet jij wat een bezittelijk voornaamwoord is in het Nederlands?

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoel: mon-ma-mes
- aan het einde van de les herken ik het bezittelijk voornaamwoord in een Franse zin
- aan het einde van de les kan ik een zin maken met het bezittelijk voornaamwoord in het Frans

Slide 7 - Tekstslide

Avant la vidéo : 
Vraag jouw buurman/buurvrouw :
Tu es sur une île déserte. Tu choisis (=kiest) quels 3 objets ? 

timer
3:00

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

 
  • Hij is mijn broer. => Il est mon frère.
  • Waar is jouw zus ? => Où est ta soeur ?

In tegenstelling tot wat we gewend zijn heeft het bezittelijk voornaamwoord geen betrekking op het geslacht van de bezitter maar juist op het bezit zelf:
  • Hij is mijn broer. => Il est MON frère.
  •  Waar is jouw zus ? => Où est TA soeur
  • Zij houdt van haar ouders. => Elle aime SES parents

Slide 10 - Tekstslide

Mijn
  • mon = mannelijk
  • ma = vrouwelijk
  • mes = meervoud
  • C'est mon chien.
  •  Je parle avec ma soeur
  • Je joue avec mes amies.

Slide 11 - Tekstslide

Jouw
  • ton = mannelijk
  • ta = vrouwelijk
  • tes = meervoud
  • Tu manges __ déjeuner.
  •  Tu aimes __ famille. 
  • Tu joues avec __ frères et soeurs ?

Slide 12 - Tekstslide

Jouw
  • ton = mannelijk
  • ta = vrouwelijk
  • tes = meervoud
  • Tu manges ton déjeuner.
  •  Tu aimes ta famille
  • Tu joues avec tes frères et soeurs ?

Slide 13 - Tekstslide

Zijn/haar
Ahmed mange __ dessert préféré (m.)

  • sa = vrouwelijk
  • ses = meervoud
Il parle avec __ mère.
Sophie cherche __ père.
Elle joue avec __ soeur.
Laura aime regarder des films avec __ copains.
  • son = mannelijk

Slide 14 - Sleepvraag

Zijn/haar
  • son = mannelijk
  • sa = vrouwelijk
  • ses = meervoud
  • Ahmed mange son dessert préféré.
  • Il parle avec sa mère.
  • Sophie cherche son père.
  • Elle joue avec sa soeur.
  • Laura aime regarder des films avec ses copains

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

LET OP
Je mag nooit twee klinkers achter elkaar hebben (bots!). 
Als een woord begint met een klinker (of somme 'h'), dan wordt in het enkelvoud 'ma - ta - sa' veranderd in 'mon - ton - son'.
Exemple: 
ma équipe => mon équipe
ta amie => __ amie
sa école => __ école

!

Slide 17 - Tekstslide

Vul nu de tabel op je opdrachtenblad in:

Slide 18 - Tekstslide

Supplément
- Exercice A page 47
*f. = féminin = vrouwelijk
*m. = masculin = mannelijk
timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

Exercice A page 47 (chapitre 4): 
  1. ta classe
  2. mon petit ami
  3. son vélo
  4. ses parents
  5. ton père
  6. sa soeur
  7. ma maison
  8. ses frères
  9. son prof de géo
  10. mes copains
  11. sa mère
  12. ta copine

Slide 20 - Tekstslide

Devoirs pour jeudi 2 juin:
Apprendre (=leren):
  • Supplément, p. 47: pronoms possessifs
  • Quizlet 4-1 (F=>N) + 4-2 (N=>F)

Faire (=maken)
  • Supplément page 48: exercices B + C 
*'m.' betekent 'mannelijk' en 'f.' betekent 'vrouwelijk'.
  • D'accord > Chapitre 4 > 4.2 > 2 + 3

Slide 21 - Tekstslide